Huntsville

August 14th, 2017

14 augustus rij ik in de ochtend direct door tot Huntsville. Op het moment dat ik Birmingham passeer is het nog te vroeg om er effectief iets te ondernemen, en omdat ik voor de middag een AirBnB heb besproken in Huntsville wil ik daar niet al te laat arriveren. Al is er natuurlijk altijd iets dat mij van die gedachte af kan brengen, en in dit geval is dat het fenomenale ruimtevaartmuseum in Huntsville. Vanuit Europees perspectief een beetje bizar dat het allerallereerste dat je hier te zien krijgt een trots borstbeeld is van Wernher von Braun. Was dat niet die man die voor Nazi-Duitsland een raket bouwde om Londen mee te bombaderen? – klopt, maar meteen na de oorlog begon zijn tweede carriere met een nieuw paspoort en een ,a href=”https://en.wikipedia.org/wiki/Saturn_V”>nieuwe raket, en ditmaal zette hij daarmee mensen op de maan.
Uiteindelijk is bijna alles in Huntsville gerelateerd aan NASA en de legerbasis. Natuurlijk zijn er bedrijven gevestigd als bijvoorbeeld Boeing, maar die zitten er vooral omdat die andere twee er zitten. Wie het dichts bij het vuur zit warmt zich het best.
Op het Space & Rocket Center lopen opvallend veel kindjes rond, maar dat blijkt een reden te hebben. Veel ouders sturen hun kindjes op Space Camp. Rustig voor de ouders, leuk en leerzaam voor de de kindjes en zij krijgen er op hun school ook nog weer studiepunten voor. Grappig genoeg blijkt de meest prominente oud-kampdeelnemer de Europese Samantha Cristoforeti. Astronaut, straaljagerpiloot in het Italiaanse leger, de eerste Italiaanse vrouw in de ruimte, de eerste mens die in een baan om de Aarde espresso heeft gebrouwen en dus ook nog oud-deelnemer aan Space Camp. Haar foto is op veel billboards en foldermateriaal terug te vinden, hier.

Na dit bezoek aan het Space & Rocket Center ga ik kennismaken bij mijn AirBnB, en daarna ga ik (te voet) de binnenstad verkennen. Huntsville blijkt een leuke, levendige stad met een heleboek kleinschalige bierbrouwerijen. Er is zelfs een tour langs al deze brouwerijen. Iedere deelnemer die op alle deelnemende lokaties een kartonnetje af laat stempelen krijgt na het behalen van het laatste stempeltje een flesopener. Leuk voor wie daar de tijd voor kan en wil nemen.


Naar Alabama

August 13th, 2017

13 augustus voelt als een mooie dag om aan de eclipstrip te beginnen. Ik heb een auto, en mijn Amerikaanse telefoonnummer is weer in de lucht. Dit had wat voeten in de aarde, want het mannetje van de AT&T-store kreeg het nieuwe SIM-kaartje voor m’n bestaande nummer niet aan de praat, en dacht dat dat aan mijn telefoon lag. Indirect was dat ook wel een beetje zo; m’n dual-SIM heeft twee IMEI-nummers, en AT&T koppelt nieuwe SIM-kaarten hard aan één IMEI. Mijn nano-SIM-kaartje bleek dus nét in het verkeerde slot te zitten. Eventjes het Nederlandse en het Amerikaanse SIM-kaartje van plaats laten wisselen is voldoende om de boel wél aan de gang te krijgen.

Voorafgaand aan de rit gooi ik de benzinetank van de auto bij. Zoals gebruikelijk moet er vooraf betaald worden voordat de benzinepomp wordt vrijgegeven om te tanken. De verkoopster ziet dat ik een shirt draag met een getekend varkentje erop en vraagt waarom het “always the girl pigs” zijn die worden opgegeten. Het enige dat ik daarop kan antwoorden is dat vlees van mannelijke varkens niet lekker ruikt omdat die een andere hormoonhuishouding hebben. Het enige juiste antwoord, maar volgens mij niet helemaal wat ze graag wou horen. De benzine blijkt een heel stuk goedkoper dan de laatste keer dat ik in de Verenigde Staten was. Toen had je voor veertig dollar de tank nog niet eens vol, maar nu ben je voor 25 dollar klaar.

Deze rit brengt me al snel naar de grens met Georgia, waar ik na enkele uren de snelweg verlaat en koers zet naar de stad Columbus. Daar aangekomen valt er een plensbui van jewelste die mij doet besluiten hier niets te ondernemen, maar meteen verder te rijden richting Huntsville. Columbus ligt direct op de grens van Georgia en Alabama, dus na het oversteken van de brug over grensrivier Chattahoochee rij ik Alabama binnen. Het is al donker en het regent, dus er is geen enkele reden “Sweet Home Alabama” te zingen. Er zijn geen blauwe luchten.

Na een tijdje arriveer ik in Opelika. Het is gestopt met regenen, dus is het misschien leuk hier wat rond te banjeren. De architectuur is leuk, en het gebied rondom het spoor is op een fijne manier gerevitalieerd met veel eettentjes en zelfs een microbrouwerij en een leuk parkje, maar het is voor het overgrote gedeelte uitgestorven. Eigenlijk zoals je dat verwacht op een zondagavond in Alabama. Na een verkwikkend rondje en de nodige foto’s ga ik dus verder. Richting Birmingham. Ergens jammer om dit in het donker te moeten rijden, want de bruine vereersborden, en de afbeeldingen op de navigatiecomputer, zijn veelbelovend. Veel bos, veel water, veel bulten. uiteindelijk hou ik het voor gezien, en besluit ik vandaag niet verder te rijden dan tot Sylacauga. Het is mooi geweest. Morgen verder.


Naar gainesville

August 12th, 2017

Iets na middernacht Nederlandse tijd vertrekt, mooi volgens schema, het vliegtuig dat mij van Atlanta naar Miami zal brengen. Ik ben dolblij dat deze niet vertraagd is, en blij aan boord te zijn. In Miami heb ik straks nog een bus te halen, en het zou zuur zijn die te missen. Die bus is mijn slaapplek voor vannacht.
Tijdens deze korte vlucht naar het zuiden wordt het buiten langzaam donker. Mooi avondrood kleurt de horizon, en in dreigende wolken daaronder zijn hier en daar bliksemontladingen te zien.

De aankomst op Miami verloopt lekker vlot. Gewoon je tas van de carrousel pakken en gaan. Wel is het nog een heel end lopen naar het treintje dat nu tussen het vliegveld en het busstation cq auutoverhuurcentrum rijdt. Wel een hele verbetering met de eerste keer dat ik hier was; toen reden er nog pendelbusjes tussen die twee locaties. Na wat zoeken is de busterminal van Greyhound zo gevonden. Na het labelen van m’n tas ben ik er klaar voor. Helaas is de busmaatschappij dat nog niet. De bus die mij van Miami naar Orlando moet brengen is er niet. Bovendien is er iets vervelends aan de hand met mijn ticket; die is dubbelzijdig afgedrukt, wat ongeveer inhoudt dat ik wel van Miami naar Orlando kan, maar daarna niet verder van Orlando naar Gainesville, omdat de chauffeur niet de streepjescode op het ticket scant, maar het hele ticket inneemt. Er wordt nog voor vertrek geprobeerd dit op te lossen, maar zonder succes; er blijkt geen werkend kopieerapparaat beschikbaar, en herprinten van het ticket lukt ook niet. Zelf kan ik ook niets. Ik heb nog geen werkende databundel voor mijn telefoon.

Verder is er ook geen bus. Of eigenlijk wel een bus, maar geen chauffeur. Degene die mijn rit zou rijden heeft zich afgemeld, en de bus naar New York die gedeeltelijk dezelfde route rijdt is al weg. Na overleg met een hoger echelon wordt niet besloten de reservechauffeur, die al ter plaatse is, op te roepen maar om de bus die al onderweg was naar New York rechtsomkeert te laten maken, en de passagiers die nog naar Orlando moeten daar bijin te laten stappen. Inmiddels zijn er al uren vertreken en verwacht ik m’n aansluiting naar Gainesville sowieso niet meer te kunnen halen. Met of zonder kaartje.

Eenmaal in de bus is er gelukkig wifi en een stopcontact, zodat het lukt de mensen die op mij wachten op de hoogte te brengen van wat er allemaal gaande is. Er volgt een lange, nachtelijke rit waarin het niet goed lukt de slaap te vatten. Toch lukt het uiteindelijk, na veel gedoe, om vanuit Orlando toestemming te krijgen verder te rijden tot Gainesville. Hiervoor krijg ik een geprint stuje papier dat ik samen met mijn paspoort aan de chauffeur kan laten zien, en, na wat gefrons, ben ik alsnog onderweg naar Gainesville. Zij het aan boord van een latere bus; de bus naar Atlanta is al vertrokken, maar ook de bus naar Houston passeert Gainesville. Alleen een uur later dan de bus die ik eigenlijk had moeten hebben. Mijn gastgezin is bij aankomst spoorloos, maar dat komt omdat zij van de gelegenheid gebruik hebben gemaakt te ontbijten. Niet veel later zijn ze ter plaatse en kan ik met hun mee naar huis.


Naar Atlanta

August 11th, 2017

11 augustus. Precies 18 jaar geleden stond ik op camping Murgtal in Rastatt-Gernsbach vol verwondering naar de lucht te kijken naar de zonsverduistering van 11 augustus 1999, die met een rotgang over Europa trekt. De twintigste eclips uit saros-serie 145, die sinds 4 januari 1639 braaf eens in de achttien jaar een zonsverduistering voortbrengt. Steeds een stukje zuidelijker en westelijker.
De periode van 18 jaar, 11 dagen en 8 uur zit er nu bijna op, wat betekent dat de eenentwintigste zonsverduistering uit saros 145 er heel snel aan zit te komen. Een bijna identieke baan als in 1999 via Engeland over Europa via Turkije en Iran naar het oosten trok, trekt nu een spoor van schaduw over de Verenigde Staten, beginnend in Oregon en eindigend in North Carolina. Het is nu al een hele hype. Niet ten onrechte, want het is een makkelijk bereisbaar gebied met veel wegen en, zeker in de droge woestijnachtige een beetje aan de westkant van de VS beloven een mooi heldere hemel, waar goed te zien zal zijn dat de maan langzaam voor de zon schuift en al het licht ervan wegneemt. Da’s in een paar uur gepiept. De eerstvolgende keer dat Saros 145 dan weer van zich laat horen is 2 september 2035, maar dan in China, Noord Korea en Japan.

Alsof de duvel ermee speelt rijden er vandaag geen treinen richting Schiphol, en moet ik, ondanks een middagvlucht, alsnog vroeg van huis om op tijd mijn tassen te laten labelen en de douane te passeren. Dit laatste blijkt een hele speurtocht; bij het labelen van de ruimbagage wordt een gatenummer doorgegeven dat niet het échte gatenummer is, maar een ruimte waar een kort intakegesprek wordt afgenomen. Na dat gesprekje wordt er een blauw labeltje op de buitenkant van het paspoort geplakt en wordt verteld bij welke gate het vliegtuig straks wél vertrekt. Het klinkt omslachtig, maar verloopt vlot en soepel, en het toestel vertrekt mooi volgens schema. Ik heb een plek in de middelste rij stoelen, maar wel aan het gangpad en nabij een nooduitgang. Dat betekent dat ik tegen een kale muur, met van die gaatjes om een babywiegje in te kunnen klikken, aan moet kijken. Het scherm van het entertainmentsysteem zit op een rare wegklapbare zwenkarm gemonteerd in plaats van in de hoofdsteun van de stoel voor me, maar dat is echt honderd keer beter dan achter zo’n grappenmaker te zitten die probeert de knieschijven van de persoon achter ‘m te breken door onaangekondigd de stoel in de slaapstand te knetteren.

Het blijft de hele vlucht licht buiten, dus de schuifjes voor de ramen gaan naar beneden, zodat degenen die willen slapen de kans krijgen een paar dutjes te doen. Dat scheelt een jetlag. Het vliegtuig komt tenslotte in de namiddag aan in Atlanta, maar op dat moment is het in Nederland al negen uur ‘s avonds geweest. Een rustmomentje tussendoor maakt het makkelijker daarop aan te passen. Bovendien heb je dat inflightmagazine na een keer doorbladeren wel gezien, en is het wel heel erg behelpen om films te bekijken op die kleine 7-inch-schermpjes. Al ben ik wel te spreken over de twee films die ik tijdens de vlucht heb gekeken. “Anchorman: The Legend of Ron Burgundy” is echt dronkenmanshumor. Het ligt er zo dik bovenop dat het het niveau dat het niet grappig meer is al is gepasseerd en juist wel weer grappig wordt. Bovendien heeft het iets prettigs Christina Applegate in een leidende rol te zien. Door de rol van Kelly Bundy die ze van 15- tot 26-jarige leeftijd speelde heeft een hele generatie haar op zien groeien, zoals nu een hele generatie is meegegroeid met de acteurs uit de verfilmingen van de boeken over Harry Potter. Daarnaast word ik heel blij bij de gedachte dat, nu, de kindjes van Chistina Applegate opgroeien met de liedjes van Drs. P. – en dan vooral het wat morbide maar o zo mooie Gezusters Karamazov :)

Een stuk serieuzer is de tweede film die ik heb bekeken. Misschien ook meteen wel wat bedroevend en heel erg aangrijpend. Ik had een beetje gehoopt dat “The Immortal Life of Henrietta Lacks” over Henrietta Lacks zelf zou gaan, maar in plaats daarvan gaat het over de familie, en de omstandigheden waaronder de zo beroemde allereerste HeLa-cellen ooit zijn afgenomen. Geen vrolijkmakend verhaal. Totaal niet.

Doordat deze vlucht in de middag vertrekt en ook in de middag aankomt wordt er tweemaal lunch geserveerd, en tussendoor zijn er ook de nodige snacks. ‘t Is haast een opgave alles weg te krijgen. Niet in de laatste plaats omdat dat de Francaise naast me niet lukt, en zij me broodjes en ijs toestopt. Absoluut geen straf; deze maaltijden zijn heel erg goed te hachelen.

De aankomst verloopt wat chaotisch. Aan boord zijn selectief inreisformulieren uitgedeeld. Wie ná 2008 in de Verenigde Staten is geweest krijgt er geen, want, omdat van die mensen de biometrische gegevens al in de database staan is het mogelijk via een elektronisch poortje in te reizen. Klinkt mooi, maar wie bij aankomst op Atlanta de bebording volgt komt ner-gens zo’n poortje tegen en zit er niets anders op dan alsnog zo’n formulier invullen, en braaf aansluiten in de rij waar iedereen die geen Amerikaans paspoort heeft staat te wachten. Bij het zien van die rij en de snelheid waarmee die beweegt voelt een overstap van drie uur wel weer heel kort. Gelukkig wordt na lang wachten door een gransbeambte gevraagd of ik wel toestemming van m’n moeder heb om helemaal alleen op pad te gaan, en als ik daarop antwoord dat ik geen briefje heb meegekregen, maar dat ze wat mij betreft naar huis mogen bellen krijg ik het verlangde stempeltje in mijn paspoort en mag ik naar binnen voor een volgende tussenstap. Net als op Schiphol moet weer iedere passagier door een naaktscanner, en moet elke tas, laptop en schoen door een röntgenmachine – waarna je zelf je eigen koffer van de carrousel moet pakken en op een andere lopende bad weer neerzetten, om de baggage op de eindbestemming te krijgen. Voor mijn gevoel neemt dit uren en uren en uren in beslag, maar uiteindelijk valt het wel mee. Na een ritje met het trammetje naar de juiste terminal en een kort loopje naar de goede gate staat het toestel dat me naar Miami moet brengen er al wel, maar duurt het nog zeker een half uur voordat er begonnen gaat worden met boarden. De rust is wedergekeerd.


Tas inpakken

August 10th, 2017

Op het internet verschijnen foto’s van de opbouw van het Lowlands-terrein. Sinds mensenheugenis is dat mijn weekendje minivakantie in augustus. In deze hele eeuw heb ik nog geen jaar overgeslagen.
Tot nu; ik ben mijn tas aan het inpakken, niet voor dit jaarlijkse kampeerweekendje, maar juist om een heel andere kant op te gaan. Florida, in plaats van Flevoland.
Hoe graag ik ook,ook dit jaar, een tentje had willen bouwen op die blubberige poldergrond, er zijn dingen die ik nog veel minder graag wil missen dan dat festival, en als beide gebeurtenissen voor hetzelfde weekend zijn gepland, dan moet je keuzes maken.


📆 #WorldEmojiDay 😃🎂🍾🎉

July 17th, 2017

Op 📆 17 juli 📆 is het World Emoji Day 🍻


Comic Sans Day

July 7th, 2017

De eerste vrijdag van juli is het Comic Sans Day.


Lezen in de trein – is dat fijn?

April 2nd, 2017

Een Hollander die niet klaagt en mekkert is ziek. Helaas is dat maar al te waar, en maar al te vaak maak ik me daar ook zelf nogal een beetje schuldig aan. Traditioneel vindt het hoogtepunt van het gemekker plaats rond de Boekenweek. Er is altijd wel iets; het aan die week voorafgaande Boekenbal is soms te volks, en soms juist te elitair, dan weer is het een groot schandaal dat het Boekenweekgeschenk niet in Nederland wordt gedrukt, maar in Duitsland, of is het raar dat een schrijver die het op twee na best verkopende Nederlandstalige boek zelf niet wordt uitgenodigd voor het Boekenbal, omdat de betreffende uitgeverij geen lid is van het clubje dat dat feestje organiseert – wat uiteraard mooie promotie is voor het tegelijkertijd gehouden Alternatieve Boekenbal van muziektempel Paradiso, en doordat jet het qua inhoud nooit iedereen naar de zin kunt maken, publiceren religieuze boekhandels sinds een paar jaar hun eigen anti-boekenweek-boekje met meer kumbaya dan het officiele Boekenweekgeschenk. Al doen alle religieuze boekwinkels juist daar weer niet aan mee. Ik kreeg het gewone, wereldse, Boekenweekgeschenk namelijk uitgereikt in een boekhandel die rechtstreeks is gelieerd aan een klooster. Naast boeken verkoopt deze prachtige Boekhandel Berne in het Brabantse Heeswijk-Dinther ook iconen, Mariabeeldjes, Crucifixjes, honing, wijn en bier. Ambachtelijke kwaliteitsproducten van bevriende kloosterorden. Al verkopen ze ook gewoon boeken, en zelfs bij aankoop van een niet bepaald literair kookboek kreeg ik dat kleine blauwe boekje van Jiskefetacteur Herman Koch – en daarmee meteen de mogelijkheid een hele dag gratis in de trein te zitten op zondag 2 april. Toevallig de dag na mijn laatste nachtdienst, dus was er zowaar tijd daar schaamteloos gebruik van de maken.

Eigenlijk verliep het vlekkeloos. De achterzijde van het boekje bleek voorzien van een QR-code waarmee het poortje op het station zwierig openzwaaide terwijl op het display het woord “Passage” te lezen was. In eerste instantie was ik wat verbaasd dat er was gekozen voor een gedrukte code die afbreuk zou kunnen doen aan de layout van het boek zelf en ook nog eens precies op de juiste manier voor de scaner gehouden moet worden om door het poortje te worden herkend – terwijl juist een boek uitermate geschikt is om te voorzien van een NFC-chip. Meer nog dan een wegwerpkaartje dat door toevoeging van chip en antenne meteen niet meer recyclebaar is, maar desondanks maar al te vaak bij papierfabrieken in de disperger belandt. Ik zou het echt van harte toejuichen als de NS ervoor zou kiezen de bechipte wegwerpkaartjes uit te faseren en vervangen door papieren kaartjes met een QR-code of door tijdelijke pasjes of fiches die na gebruik weer ingenomen worden, zoals de chipkaarten in de metro van Singapore of de plastic muntjes van de monorail in Kuala Lumpur. Net zoals het toe te juichen zou zijn als het verschrikkelijke omchecken of het verplicht uit- en weer inchecken bij het wijzigen van vervoerder. Een ritje van Lunteren naar Bijlmer-Arena betekent nu dat er op de meest vreemde plaatsen pasjes tegen paaltjes gehouden moet worden. Wie dat niet doet, krijgt drie boetes; eentje van Connexxion voor inchecken zonder uitchecken op het Kippenlijntje, eentje van de NS voor zwartrijden en eentje van het GVB voor uitchecken zonder inchecken. Dit terwijl een paar regels software genoeg zouden zijn om het voor de forens mogelijk te maken gewoon zorgeloos in te checken op het vertrekstation en uit te checken op het aankomststation, terwijl de verschillende concessiehouders na dat ritje op een eerlijke manier onderling de taart verdelen. Je hoeft echt geen raketgeleerde te zijn om daar een eerlijke verdeelsleutel voor te bedenken.

Op 2 april speelde dit alles gelukkig niet; al waren de Nederlandse Spoorwegen de grote oppersponsor, ook alle andere spoorwegbedrijven accepteerden het boekenweekboek als vervoersbewijs. Maar goed ook. Voor wie het geen daagse kost is, is treingebruik een behoorlijk verwarrend iets en in plaats van nieuwe fans zou het juist frustratie opleveren als de argeloze dagjesmens die denkt een dag gratis ergens naartoe zou kunnen juist getrakteerd wordt op een smalijk grijnzende conducteur die zijn bonnenboekje volschrijft, omdat per ongeluk in een trein is gestapt die van een ander bedrijf dan de NS is.
Voor mijzelf speelde dat sowieso niet. Bij het ontwaken herinner ik me een deuntje van Benny Neyman die mij doet besluiten dat het een grappig idee kan zijn eens een middag af te zakken van het diepe zuiden. Niet omdat het moet, maar omdat het kan.
Met een vriendelijk bliepje opende het poortje op mijn vertrekstation zich. Helaas is er geen rechtstreekse verbinding meer naar een station waar ik over kan stappen op de intercity naar Maastricht, maar op deze toch best mooie dag is het niet heel erg vervelend halverwege over te stappen van de ene Sprinter op de andere – en daarna nóg ergens anders over te moeten stappen op de Intercity naar Maastricht. Ik bedenk me dat station Utrecht Centraal een beangstigende plek kan zijn voor wie niet zo vaak met de trein hoeft. Het knoeksende geluid dat de aankomende treinen maken bij het passeren van een wissel is storend, en het kabaal dat ontstaat als zo’n ding remmend tot stilstand komt op ‘t perron is zo mogelijk nog erger. Als het gekerm van een gekwelde ziel in het vagevuur. Ergens vreemd dat treinen niet alleen maar recuperatief remmen. Dat zou niet alleen een boel kabaal, maar ook veel stroom besparen.

De Intercity van Utrecht naar Maastricht bevalt me eigenlijk prima, en het lukt me ook nog eens wonderbaarlijk goed wat bladzijdes weg te lezen en tegelijkertijd zo nu en dan wat naar buiten te kijken om het landschap te zien veranderen. Ook leuk dat er tegenwoordig een soort van railcatering rondloopt, en slim dat zij heden ten dage ook powerbank verkopen om mobiele telefoons mee op te kunnen laden. Al doet het koffieliefhebbers pijn dat dat wat ze als koffie moeten verkopen eigenlijk stiekem een mengsel van vies oplospoeier met lauwwarm water is.
Dat maakt het wel héél verleidelijk toch maar een gekoeld blikje frisdrank of bier te kopen.

Een spoorboekje vind je nergens meer, maar gelukkig zijn aankomst- en vertrektijden loeihandig op te zoeken met behulp van een app op de mobiele telefoon. Deze vertelt me dat ik eigenlijk net een paar minuten te laat ben vertrokken om een mooie aansluiting te hebben. Al op het eerste station na mijn vertrekstation zal ik moeten overstappen op een trein uit een andere richting – en daarmee naar Utrecht, waar nogmaals overgestapt moet gaan worden. Utrecht Centraal is dus precies die plek waar het totaal niet lukt de concentratie te vinden om een paar woordjes te lezen. Wat een kabaal. Alsof de verschillende machinisten onderling een wedstrijdje doen wie met de meeste herrie tot stilstand kan komen bij hun aankomstperron. Gelukkig stopt er hier een trein die zonder dat er een volgende overstap nodig is naar Maastricht kan brengen, en ook verderlezen is in dat ding geen enkel probleem meer. De conducteurs laten lezende mensen vandaag keu-rig met rust. Het enige dat zo nu en dan de aandacht breekt is het landschap buiten. Zeker nu het landschap steeds exotischer aandoet met glooiiende welvingen aan de horizon, mensen die aan het werk zijn op het land en kuddes koeien die zo uit een schilderij van Paulus Potter lijken te zijn weggelopen. Iets later stopt de trein ergens middenop een groot industrieterrein. Door het rechterraam is een metershoge fakkel zichtbaar van restgassen waar kennelijk niets nuttigers meer mee te doen is dan het verbranden ervan. Zowel links als rechts van de trein is chemische industrie te zien, en dat blijft een tijdje zo ook nadat de trein weer in beweging komt. Meteen daarna is het juist weer zo schilderachtig dat het lijkt alsof je in een sprookjesbos terecht bent gekomen. Tot vlak naast het spoor groeien bomen waarin prille frisgroene lenteblaadjes net voorzichtig uit de knop komen, maar die toch al een stevige dichte kruin vol loof vormen. Aan de rechterkant van het spoor kabbelt een beekje. Idyllisch. Die idylle blijft, bij het uitstappen op Maastricht. Het lijkt een kopstation, maar stiekem is het dat toch niet; bij de meeste perrons eindigt het spoor bij een stootblok, maar er zijn een paar sporen die doorlopen, verder richting België.

Mijn reisdoel is bereikt, dus ik loop via de centrale hal van dit statige stationsgebouw naar buiten. Hier zijn geen poortjes, dus ik hoef met mijn boek niet uit te checken. Zelfs al zou ik het willen, dan kon het nog niet, want de paaltjes lezen alleen OV-chipkaarten en geen QR-codes. De verbindingsweg tussen het station en de binnenstad heet heel toepasselijk de Stationsstraat. Deze loopt door Wyck, waar ooit het zomerdrankje Wyckse Witte vandaankwam; een poging van investeerder Heineken om de oude Maastrichtse brouwerij De Ridder rendabel te kunnen blijven exploiteren. Dat drankje werd echter dusdanig populair dat De Ridder de vraag niet meer bij kon benen, waarna de productie naar elders werd overgeheveld en De Ridder werd gesloten. Na jarenlange leegstand wordt het omgebouwd tot appartementencomplex. Opvallend, in een tijd dat lokale en regionale bierproductie juist een enorme vlucht neemt, zoals ook juist blijkt nadat ik een terrasje op het Sint Amorplein bezoek voor de lunch. Daar maak ik kennis met Väöske van De Maestrichter Bierbrouwerij. Een werkelijk zalig donker bier dat perfect past bij dit moment en deze plek. Goede keuze.

Na de lunch loop ik wat verder het centrum in. Natuurlijk eerst naar het Vrijthof. Ook al zo kwelerig bezongen door Benny Neyman, maar nu vooral bekand van de openluchtconcerten van André Rieu. Nu is het plein een mooi open ruimte met statige oude gebouwen. Vanaf dit plein loop ik via de Brusselsestraat tot het Koningin Emmaplein. Alweer een fotogeniek plekje; op de rotonde groeien een paar bloesemende kersenbomen en de Sint Lambertuskerk funcioneert als belangrijke blikvanger aan de zijkant van dit plein.
Hiervandaan begin ik alweer rustig met de terugtocht naar huis. Eerst de Statensingel in, en dan via de Kazemattenstraat naar de Herbenusstraat naar Hoogfrankrijk. Met z’n ommuurde tuinen en een frituur die gevestigd lijkt in de garage van een gewoon woonhuis doet het hier heel erg Belgisch aan. Haast nog Belgischer dan België.
Op de hoek Grote Gracht-Mart zeilt een opgevoerd scootertje met een bloedgang de hoek om. De bestuurder heeft veel moeite het ding in bedwang te bouden en slingert hevig hevig over de kasseien van de Grote Gracht, terwijl de bijrijder letterlijk stuiterend loskomt van de buddyseat. Als door een wonder gaat dit allemaal goed, en knettert het ding verder de straat in alsof er niets is gebeurd.

Stiekem is de Markt een mooier plein dan het Vrijthof. Het oogt warmer, doordat het stadhuis middenop dit plein is gebouwd, wat de ruimte een beetje breekt. Het maakt het minder massaal. Minder kaal. Toch loop ik ook hier weer vlot voorbij, eerst een stuk richting de rivier, maar later via een kleine omzwerving toch weer naar het Vrijthof om vanaf een terrasje de dag te evalueren. Hierna wordt het toch echt tijd terug te gaan. Eerst een stukje richting Maasboulevard. Weer dat uitzicht over het water, de wijk Wijck en die markante tot wooncomplex omgebouwde brouwerij – en de Sit Servaesbrug, natuurlijk. Die is goed te zien vanaf dit punt, en ik denk terug aan eerder vanmiddag toen ik me afvroeg waar ik die brug zou kunnen vinden. Niet wetende dat ik er op datzelfde moment overheen liep. Boven mij vliegt een quadrocopter. Iemand anders vindt dit kennelijk ook een schilderachtig plekje en is vanuit een ander perspectief beeld aan het draaien. Ik loop terug de Stationsstraat in en pak de eerste de beste trein naar Amsterdam. Het is mooi geweest voor vandaag.


Geoengineering op z’n Hollandsch

April 1st, 2017

Het is weer de eerste april. De dag waarop smakeloze grappen op een zekere mate van vergeving kunnen rekenen. Een bekende zoekmachine staat er bekend om die kans aan te grijpen om stof te doen opwaaien. Zo werd in 2004 aangekondigd een datacenter te openen op de maan, wat een stortvloed aan sollicitatiebrieven veroorzaakte. Dit herhaalde zich in 2008, toen een soortgelijk project op Mars werd aangekondigd – terwijl in 2016 de mic drop juist zorgde voor een soort van ontslaggolfje doordat mensen geheel onbedoeld erg onbeschofte mailtjes rond gingen sturen. Ook naar mensen die daar de humor, terecht, niet van in konden zien.

Dit jaar is het een tandje tammer. Je hebt een misentrope tuinkabouter die een tuin net zo smart belooft te maken als een home al smart kan zijn. Die is best grappig, en als deze echt zou bestaan zijn er zelfs best een paar nuttige toepassingen voor te bedenken.

Veel minder grappig zijn de filmpjes die doelbewust zijn overgoten met een Oudthollandsch sausje dat een wel heel onwelriekende spruitjeslucht verspreidt. De zelfrijdende fiets leent wel heel erg veel van de beroemde eenaprilgrap van automerk Tesla uit 2015, waarin een foutparkerende auto zelfstandig een paar blokjes rond gaat rijden om zodoende een parkeerbon te ontwijken – en nog veel dubieuzer, zelfs tenenkrommend, is het filmpje waarin een plaatjesdraaier aan de voet van de Leidse museummolen De Valk vertelt dat Nederland best leuk zou zijn als het wat minder zou regenen – wat op zich klopt – gevolgd door een nogal kinderlijk filmpje waarin de molens van Kinderdijk wolkjes voor de zon wegblazen op dezelfde manier als dat bij de Teletubbies gebeurt. Dat verklaart meteen waar de inspiratie vandaan zal zijn gekomen.

Geoengineering op z’n Hollandsch… terwijl wereldwijd belangrijke initiatieven worden ontwikkeld om de verwoestijning van het land en de acidificatie van de wereldzeeen een halt toe te roepen, de gevolgen van overbevolking een beetje te temperen en deze planeet uberhaupt leefbaar te houden verschijnt er een quasi-lollig filmpje waarin de suggestie wordt gewekt dat geoengineering alleen nut heeft om de Rijndelta in een soort subtropisch vakantieresort om te bouwen.

Het beste aan 1 april is dat het maar 1 dag duurt.


DAB+

January 20th, 2017

Het is vandaag zeven jaar geleden dat Arjen Grolleman overleed bij een ongeluk in zijn eigen huis. Vijf dagen later, op 2 januari 2010 om drie uur ‘s middags, op het moment van zijn crematieplechtigheid, draaiden radiozenders in het hele land het nummer Tears Run Rings van Marc Almond. Grolleman hield van de radio, en die liefde was wederzijds. Alleen al door zijn rol binnen KinkFM een groot pleitbezorger van een meer pluriform radiolandschap. Helaas is ook nu, zeven jaar later, het via de ether verspreide zenderaanbod nog altijd schraal en monotoon – zelfs nu DAB+ de norm is geworden voor de verspreiding ervan. Jammer.


Blue Monday

January 16th, 2017

Vandaag is het Blue Monday.


Schrikkelseconde

January 1st, 2017

Niet vergeten nu de klok te verzetten


Gelukkig nieuwjaar!

January 1st, 2017

Nog de allerbeste wensen…


Squirrel bridge

December 6th, 2016

Squirrel bridges like these also amount to the apparent 6000 wildlife crossings internet memes tend to brag about.


The country of the future

November 30th, 2016

Recently, someone pointed me to a video on Facebook praising The Netherlands for being the country of the future, backed by 7 facts. Sadly, a lot of these facts are mixed with fiction to such an extent it is safe to call them a fabrication or the result of wishful thinking.

1 The video states that The Netherlands is the only country in the world without stray dogs.
Although stray dogs are rare, stating it is the only country without stray dogs equates to jumping to conclusions.

2 There indeed is a solar powered bike lane which was opened in 2014. It has become common practice all over the world to fit all kinds of surfaces with solar panels.
The SolaRoad in Krommenie might indeed be the first purpose built cycling path equipped with solar panels, but one of the main reasons therefore lies in the fact it is not common practice elsewhere in the world to even build specific roads for cyclists only in the first place.

3 The video states there are charging points for cars every 50 meters.
In The Netherlands, there are roughly 18000 charging stations for cars – on a total surface of 41.5 square kilometers.
You don’t need to be a math geek to figure out hundreds of thousands charging stations would be needed to find one every 50 meters – unless, of course, you’re patient enough to charge a car by using a regular wall outlet.

4 There are no cars on some of the Frisian Islands, and in some small towns like Giethoorn and Orvelte. This is, however, exceptional. The Dutch are glued to their car to an extent it’d require a thermal lance to separate them from it – even if other means of transport are faster, cheaper or more economical or efficient, the car remains their preferred means of travel.

5 In April 2016, motion was backed by a majority of the House of Representatives calling to strive for merely selling zero-emission cars by 2025. This does in no way mean diesel or gasoline powered cars will be banned, or that they will no longer be available by 2025. The Dutch government has neither the intention nor the ability to sign a ban on combustion engines into law.

6 The video states 19 prisons had to shut down due to low crime rates.
There were plans to close 26 prisons between 2013 and 2018 and build 2 new ones. A majority of these have indeed closed their doors.
Though statistics do prove there is a decline in crime and there are significantly less people imprisoned than a decade ago, the closures lined out in the Masterplan DJI 2013-2018 are mainly meant to cut costs. As facilities close, electronically monitored house arrest is on the rise and it bacame common to house two detainees in one prison cell rather than one person per cell. All these measures add up, so it is an exaggeration to state dozens of prisons had to close because there is less crime. That’s just one single piece of the puzzle.

7 The video states there are 6000 wildlife crossings. This statement is accompanied by an image of an impressive ecoduct, spanning a 6 lane motorway.
In reality, 68 so called ecoducts are (being) built. Aside from those, there, obviously, also are simpler animal crossings in use, like squirrel bridges, toad tunnels and level deer crossings. Even if you take all these into account, the number 6000 is a blatent overstatement raising false assumptions.

Though parts of the aforementioned video are flattering, on a whole, exaggerations and misrepresentations of facts does more wrong than good.