Postzegelperikelen

December 23rd, 2014

Soms heb je van die dagen, en vandaag is het er eentje. Mijn kerstkaarten voor dit jaar had ik al eind oktober in huis, maar om de een of andere reden is het er tot nu toe nog niet van gekomen ze ook nog allemaal te versturen. Sterker nog; ik had zelfs nog geen decemberpostzegels gekocht, al waren deze al sinds 18 november te koop en geldig. Vandaag moest het er dan eindelijk toch maar van komen. De eerste etappe verliep soepeltjes; ondanks een wat korte nachtrust kon ik erg goed uit bed komen, en kon ik me vol inspiratie op de kaartenmaffia storten. Elk adres handgeschreven, en voor iedere ontvanger een misschien wat generieke, maar wel gemeende, persoonlijke boodschap. Daarna volgde het struikelblok van het versturen – want natuurlijk had ik even geen postzegels bij de hand. Een mooi klusje voor de middag. Na het verorberen van een paar bruine broodjes kaas met schijfjes komkommer toog ik naar de lokale buurtsuper, en kreeg ik mijn eerste teleurstelling van de dag te verwerken.

Helaas bleek de supermarkt na de ochtendopenstelling gesloten tot half twee, en twintig minuten wachten op een velletje postzegels, da’s natuurlijk raar. Gelukkig stonden er meer klusjes op mijn lijstje. Geld pinnen, en tegelijk het nog resterende chipknipsaldo terugstorten op mijn bankrekening, bijvoorbeeld. De Rabo zit op de hoek van de straat, dus hop… Het leeghalen van mijn chipknip lukte – dankzij een behulpzame sticker die vermeldt dat je daarvoor keuze “1” moet maken. Het display verzwijgt dat – die geeft nog vrolijk alleen de keus saldo te checken of zelfs nog extra saldo op de chip te zetten. Saldo waar je echt nérgens meer mee kunt betalen. Terwijl ik mijn chipknip leegplunderde probeerde vlak naast me een monteur van een reclameverlichtingsbedrijf een nieuwe klok aan de gevel te bevestigen. Terwijl hij moeilijk stond te doen op een laddertje gebeurde het onvermijdelijke. De klok donderde naar beneden, en viel zo’n anderhalve meter naast me uit elkaar. Niemand raakte gewond – op de klok zelf na dan.
Direct naast de chipknipautomaat bevindt zich ook een geldautomaat, maar die vindt mij kennelijk niet lief. Ik probeerde wat ik kon, maar mijn poging geld te pinnen leken wel een gênante mislukte huwelijksnacht. Hoe goed ik ook mijn best deed, ik kreeg ‘m er niet in. Niet leuk, maar er zijn gelukkig meer geldautomaten in de buurt. Als deze niet wil slikken, ga ik wel naar ‘n ander.

Het was nog steeds geen half twee, dus het leek me een goed ook het scoren van een velletje postzegels elders te doen. Een dorp verderop wonen tenminste ook mensen. Sommigen zelfs van wereldfaam; Guus Hiddink is er tenslotte geboren, en die is beroemd in Korea, Australië en Rusland. In Nederland oogst hij vooral kritiek, maar dat ligt meer aan onze nationale volksaard dan aan zijn verdiensten. Een Nederlander die niet zeikt is ziek.

Helaas lukte het me ook niet postzegeltjes te kopen in Varsseveld, maar aldaar ontvouwde zich wel een nieuw plan. Ik had nog een stuk of wat poststukken die ik uit kostenoverwegingen niet met PostNL wou versturen, maar met Deutsche Post. Als ik dan toch naar Elten moet om die op de bus te gooien, kan ik natuurlijk ook eventjes naar Beek. Daar zit een postagentschap. Of eigenlijk wel meer dan dat. Het is een kruising tussen een sigarenboer, tijdschriftenwinkel, drogist en postkantoor. Donders. Daarnaast weet ik deze winkel wél te vinden, en da’s ook een voordeel als je je net rot hebt lopen zoeken.
In Beek aangekomen had men helaas nogal slecht nieuws voor mij; dit postagentschap was door z’n voorraad postzegels heen, en zou pas later die dag weer bevoorraad worden. Het advies? Ga naar de Primera in Didam. Mwah. Vlakbij, dus waarom niet.

Het verhaal wordt voorspelbaar. Het lijkt wel of iedereen op de valreep nog kaartjes op de bus wil doen. Bij de volgende stop, Zevenaar, bekruipt me bij het passeren van de voormalige sigarettenfabriek niet alleen het gevoel dat het zo jammer is dat de voormalige Peter Stuyvesant Collectie wreed werd verscheurd, en het eeuwig zonde is dat dit industriële monument niet is herbestemd tot kunstmuseum en veilig huis voor een collectie van wereldklasse. Ook komt het besef dat het makkelijker en sneller was geweest bij iedereen persoonlijk het kaartje in de brievenbus te gooien. Na veertig autokilometers heb ik tenslotte nog steeds niet wat ik de afgelopen maand gewoon op loopafstand van m’n huis aan had kunnen schaffen – of zelfs eenvoudigweg op internet had kunnen bestellen.

Er volgden meer omzwervingen, via smalle dijkweggetjes naar pittoreske plaatsjes als Pannerden en Aerdt naar Babberich, waar ik enthousiast de lokale Coop binnenren. Ten onrechte, want de Babberichse Coop verkoopt alleen postzegels voor het volle, normale tarief.
Het was alweer een tijdje geleden dat ik was gestopt met zachtjes binnensmonds mopperen. Foeterend toerde ik verder door het prachtig groene landschap. De grens over, ditmaal, om het stapeltje kaarten dat is voorzien van Duitse postzegels in Elten in zo’n mooie gele brievenbus te prakken. Ik zou meteen boodschappen kunnen doen bij een van de ultragoedkope Duitse discountsupermarkten, maar heb geen zin.
Ook aan deze kant van de grens moet ik eigenlijk nog wat postzegels kopen. Met het verhogen van de Duitse posttarieven in het vooruitzicht heb ik bijplakzegels van 5 cent nodig. De tijd dat je voor drie kwartjes een brief naar de andere kant van de wereld kunt sturen is bijna voorbij. Per januari kost het een whopping 80 cent om een poststukje lichter dan 20 gram op elk gewenst adres ter wereld te laten bezorgen.

Het aanschaffen van Duitse bijplakpostzegeltjes stelde ik echter nog eventjes uit. Een vluchtige blik door de etalageruit van de elektronicazaak waar het Eltense postagentschap is gevestigd leerde me dat het te druk was aan te sluiten in de rij. M’n humeur zou dat niet aankunnen. Ook de beide goedkope tankstations onderweg terug naar Nederland reed ik voorbij. Te druk.
Terug in Nederland bleek maar weer eens dat, mocht karma bestaan, het een ziekelijk gemene vorm van humor heeft. Nét terug op Nederlands grondgebied klonk een hoge schelle ping, en begon het onderste blokje van de brandstofmeter enthousiast te knipperen. Er zit heel weinig anders op dan alsnog achterin de autopolonaise aan te sluiten om wat aardoliesap in de brandstoftank te drukken. Dus, in plaats van linksaf richting de oprit naar de snelweg richting Doetinchem zat er weinig anders op dan aan het einde van de Oud Arnhemseweg réchtsaf te slaan. Langs truckersrestaurant De Barrière, weer terug naar Beek – en bij de rotonde rechtsaf, weer langs de drogist cq sigarenboer annex postkantoor, richting Elten. Inmiddels wist ik dat het de beide Eltense benzinepompen aan weerszijden van de snelweg onbeschrijflijk druk was, dus werd mijn volgende bestemming Emmerich – want ook daar kan getankt worden.

Na deze zoveelste omzwerving besluit ik dan ook maar eens mijn geluk te beproeven bij het Primera-filiaal van ‘s Heerenberg. Aan de balie kwam ik pijnlijk tot de ontdekking dat ik ondertussen al een beetje schor was van het achter ‘t stuur foeteren en schelden. Het was zo’n dag waarop dingen anders verlopen dan gepland, en bovendien schakelde de radio continu over op de lokale piraat – kennelijk omdat de EON denkt dat André Hazes de verkeersinformatie voorleest.

Hierna droop ik af. Er volgde nog een laatste verwoede poging in Terborg, maar daarna vond ik het een mooi moment de strijd definitief op te geven. Ik was met de lunch aan mijn queeste begonnen, en inmiddels was het alweer schemer. Om het cirkeltje rond te maken, stop ik als laatste bij de supermarkt in Halle. Daar, waar ik mijn urenlange rondrit begon, voor een dichte deur, ten gevolge van hun middagsluiting. Alsof de duvel ermee speelt slaag ik hier. Ik kan hier mijn velletjes postzegels kopen, en krijg er ook nog eens een mooi kookboekje bij. Alles valt ineens op zijn plaats. De uren die verspild waren aan het, letterlijk, aflopen van stad en land zijn geen verspilde tijd meer. In plaats van een verloren dag waarin niets ging zoals gepland laat alles zich nu relativeren, en met een milde dosis zelfspot is het zelfs een mooie basis voor een sterk verhaal. Dit verhaal.


Panorama: Iedereen een basisinkomen

December 23rd, 2014

Afgelopen donderdag zond de Belgische publieke zender Canvas een zorgvuldige en mooi gemaakte documentaire uit over het Basisinkomen.

De hele uitzending is terug te zien op http://www.canvas.be/programmas/panorama/0ae8483d-7adc-43fd-b56f-3327fab14082.


Trending topic

January 11th, 2014

Urenlang was ZZP een trending topic op Twitter. De aanleiding ervan was het artikel van Maarten Camps waaruit ik gisteren citeerde. De berichtgeving erover geeft kleine ondernemers het gevoel dat ze as een klein kind bij het handje gepakt gaan worden en net zo streng betutteld zullen gaan worden als mensen die hun werk doen in loondienst. In nogal rechtstreekse bewoordingen wordt, vooral, afschuw uitgesproken over de suggestie verplichte volksverzekeringen ook te verplichten voor vrije beroepsbeoeffenaars. Ik geef ze daarin geen ongelijk, maar vind het wel wat kortzichtig. Iedereen is gebaat bij goede basisvoorzieningen, en drempelloze toegang tot branchespecifieke pensioenfondsen is goud waard – zelfstandig pensioen opbouwen door middel van lijfrentes en dergelijke wordt alleen maar moeilijker.
Wel ben ik blij dat er nu wat discussie is; meer en meer zie je dat ZZP’ers steeds minder toeleverancier worden, en meer medewerker, en tegelijkertijd zie je dat van loonarbeiders steeds meer een commerciële manier van werken wordt gevraagd. Wat is de meerwaarde van een arbitrair stukje papier als de VAR? Zou het niet beter zijn als WW en WIA worden omgebouwd tot een vrijwillige inkomensverzekering? Zouden noodzakelijke sociale voorzieningen niet gewoon in de inkomstenbeasting verwerkt moeten worden, zonder discrimatoire verplichte regelingen voor verschillende doelgroepen? Niemand is gebaat bij een starre, overgereguleerde arbeidsmarkt.

Nóg weer een reden naar sign.basicincome2013.eu te gaan… de inzameltermijn eindigt vandaag.


Maarten Camps

January 10th, 2014

De arbeidsmarkt van de toekomst vereist een stelsel dat mobiliteit niet belemmert maar bevordert en waarin ruimte is voor enige keuzevrijheid. Dat betekent ook dat de bestaande niveaus van collectiviteit, solidariteit en risicodeling ter discussie kunnen komen te staan. Concreet kan hierbij gedacht worden aan een basisvoorziening voor alle werkenden op een lager niveau (met een verzekeringsplicht), waarbij op individueel en sectorniveau aanvullende afspraken gemaakt kunnen worden. Bij een fundamentelere reactie past ook dat het niveau van de huidige fiscale faciliteiten voor zelfstandigen, zoals de zelfstandigenaftrek, opnieuw wordt bezien.

Dat zijn de wijze woorden van Maarten Camps, secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken, in een opinieartikel in vakblad Economisch Statistische Berichten. Wat mij betreft sluit dat naadloos aan bij mijn stukje van afgelopen maandag. Al zou een dergelijke regeling wat mij betreft moeten gelden voor iedereen met een belastbaar inkomen en niet voor “werkenden” alleen.

Het is overigens nog steeds mogelijk het Burgeriniatiatief voor een Onvoorwaardelijk Basisinkomen te ondertekenen.


Onvoorwaardelijk Basisinkomen

January 6th, 2014

Normaal hou ik er niet van om activistisch en politiek getinte oproepen te doen, maar nu maak ik daarop een uitzondering. Nog tot 14 januari worden er steunbetuigingen ingezameld om het Onvoorwaardelijk Basisinkomen besproken te krijgen in het Europees Parlement. Persoonlijk is dat iets waar ik echt in geloof. Niet in de laatste plaats omdat de sociale zekerheid nu een afzichtelijk lelijke lappendeken van regeltjes, subsidies, toeslagen en aftrekposten is. Regetjes die niet alleen voor degenen die er aanspraak op kunnen maken dusdanig vaag zijn dat er tenenkrommend irritante voorlichtingscampagnes nodig zijn om uit te leggen hoe het werkt – ze zijn ook nog eens dusdanig log en lomp dat er een heel leger ambtenaren nodig is deze regels uit te voeren en te controleren. Mensen die écht wel meer capaciteiten hebben dan bij mensen thuis tandenborsels tellen om na te gaan of een bijstandstrekker niet stiekem samenwoont. Om nog maar te zwijgen over het feit dat het niet aantrekkelijk gemaakt wordt voor om te gaan werken als iemand direct wordt gekort op z’n WW, kinderbijslag, bijstand, Wajong of studiefinanciering zodra hij of zij gaat werken. Dat werkt demotiverend, staat een inclusieve samenleving in de weg, en zorg bovendien dat inkomensvoorzieningen nog lastiger te controleren zijn – en de overheadkosten hoger. De enige werkbare en houdbare oplossing is het verstrekken van een gegarandeerd basisinkomen. Een maandelijkse toeslag voor iedereen, ongeacht leeftijd, burgerlijke staat, vermogen of beroep. Het kan in één klap alles van kinderbijslag tot AOW en alles ertussenin vervangen, en maakt huursubsidie, koopsubsidie, zorgtoeslag, KOR, sporters- en kunstenaarssubsidies, zelfstandigenaftrek, studiefinanciering en al die andere subsidies overbodig; wie geen aanvullende bron van inkomsten heeft kan ervan leven, en wie het niet nodig heeft betaalt het via de belasting terug.

Het concept van een gegarandeerd basisinkomen is niet nieuw. Diverse publicisten, waaronder Thomas More, Thomas Paine en Pim Fortuijn hebben het bepleit, en in Nederland adviseerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid de invoering ervan. Dat gebeurde in 1985, middenin een recessie die heftiger was dan het economische dip dat we nu doormaken. In 1992 herhaalde het Centraal Planbureau die oproep. Heden ten dage is de definitie van arbeid lang niet meer zo star als toen, nu er steeds minder gekeken wordt naar de tijd die op de werkplek wordt doorgebracht, maar meer en meer naar de hoeveelheid werk die wordt verzet. In de negentiger jaren was er nog geen sprake van stukloon bij postbezorgers, bestonden de termen ZZP’er en Het Nieuwe Werken nog niet eens, en ook van een participatiesamenleving had nog niemand gehoord. Toch was er toen al het besef dat er een betere manier bestaat om het recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin te garanderen dan stempelen.

Afgelopen zomer is het in Zwitserland gelukt voldoende handtekeningen te verzamelen om een referendum af te dwingen over het voorstel maandelijks 2500 Zwitsese franken bij te schrijven op de bankrekening van iedere Zwitser. Nederland heeft een minder directe democratie dan Zwitserland, maar tot 14 januari kunnen voor- én tegenstanders van een gegarandeerd basisinkomen het Burgerinitiatief ondertekenen op sign.basicincome2013.eu om ervoor te zorgen dat er in ieder geval eens serieus gesproken gaat worden over dit onderwerp in het Europees Parlement. Ondertekenen kan nog de hele week :)


Kerstwens

December 23rd, 2013

De afgelopen 3 jaar is het een beetje traditie geworden voor mij om kerstkaarten te laten drukken en versturen, maar het liep voor dit jaar wat anders dan gepland. Ik had wel een mooi ontwerpje in gedachten; de besneeuwde bergtoppen van het Rwenzorigebergte, voorzien van de tekst “Kerstgroetjes uit Oeganda” – gedrukt bij een lokale drukkerij, en verstuurd door Posta Uganda. Bij de huidige koers van de shilling kost dat maar 53 cent per stuk. Helaas liep dat wat anders, en in plaats van een dubbelzijdig bedrukt A6’je in de bus stuur ik bij deze een lange reeks nulletjes en eentjes door een netwerk van glas- en koperkabels om iedereen die dit leest hele geslaagde kerstdagen en een goed 2014 te wensen. Wees voorzichtig met vuurwerk en pas ook op met de geflambeerde flensjes uit de Allerhande. Eén scheutje Grand Marnier is meer dan genoeg. Je hoeft er echt geen hele fles over leeg te gieten.

Zoals het hoort zal ik heel gul een goed doel ondersteunen. Ik heb mijn hart al laten spreken door het Europees Burgerinitiatief voor een onvoorwaardelijk basisinkomen te ondertekenen. Het wordt tijd dat oerwoud aan bizarre en onbetaalbare toeslagen, subsidies en regelingen om te vormen in iets dat simpeler en uitvoerbaarder is.
Vanuit de Kerstgedachte maak ik ook een bedrag over aan de rangers van Virunga – het oudste natuurpark van Afrika, en misschien wel het mooiste park ter wereld, dat helaas al jaren geen bezoekers meer kan verwelkomen door die stomme burgeroorlog. Vandaar dat ik een bescheiden donatie doe via gorilla.cd en hoop dat meer mensen mijn voorbeeld volgen.

Goede feestdagen en een productief 2014 toegewenst.


Doei, bye

November 19th, 2013

Na een paar uurtjes slapen begint mijn telefoon lawaai te maken. Ik graai mijn tassen bij elkaar en ga de kamer uit. Inmiddels weet ik dat het licht op de gang vanzelf aangaat. Goed voor de buurman, want gisterochtend drukte ik per ongeluk op zijn deurbel toen ik het licht aan wou doen. Op de begane grond aangekomen zet de conciërge direct een brodje op de balie om aan te geven dat hij eventjes weg is, en hij loopt met mij mee naar de straat. Nog geen halve minuut later heeft hij al een taxi voor me aangehouden en nadat ik mijn tassen in de kofferbak heb gelegd begint de rit naar het vliegveld. Terminal 3, concourse A. Speciaal gebouwd om vlot een Airbus A380 te kunnen verwerken.
De vertrekhal is van alle gemakken voorzien, en wie nog even iets wil drinken voor vertrek kan niet alleen naar Starbucks, maar kan net zo makkelijk terecht bij de champagnebar van Moët & Chandon. Mijn drankje is iets minder decadent. Bij de duty free koop ik een halve liter cola voor 2 dirham. Omgerekend naar euro’s is dat 40 cent. Ter vergelijking; een portie aardbeien met slagroom met een fles champagne kost zeven tientjes en is bij lange na niet zo verfrissend als een colaatje.
Eenmaal aan boord blijkt het vliegtuig bij lange na niet vol. Ik heb zelfs alle vier de stoelen tussen beide gangpaden tot mijn beschikking. Dat maakt het wel heel makkelijk te besluiten hoe ik de komende lange uren door moet brengen. De keuze tussen lezen, films of muziek is snel gemaakt.. ik claim twee schermen voor mezelf. Eentje om het beeld van de boordcamera in de staart van het toestel op te vertonen, en een andere voor muziek. Schoentjes uit, koptelefoon op, dekentje om, voeten en hoofd op een kussentje en met één van de stoelriemen losjes om m’n middel, doorgaan met waar ik mee bezig was voordat de wekker ging. Zo’n rijtje stoelen slaapt bijna net zo fijn als een echt bed. Op sommige punten is het zelfs beter. Bij mij thuis zijn er geen stewardessjes die eten en drinken langsbrengen – laat staan dynamische verlichting die een warmrode avondzon of koelblauwe nachtlucht (verlicht met sterretjes) imiteert. Haast jammer dat ik na een paar uurtjes rusten alweer rechtop moet gaan zitten. De daling is ingezet.Het is net middag als het toestel door het wokendek breekt, en meteen mompel ik in mezelf “Doe normaal” – de lens in de staart van het toestel wordt bedekt met natte sneeuw, en onder het wolkendek komt een grauw, troosteloos landschap tevoorschijn. Nederland in de herfst. Ik had het eerlijk gezegd nog niet gemist…


Dubai

November 18th, 2013

Omdat ik maar één dag te besteden heb in Dubai, probeer ik het maximale uit de dag te halen. Vroeg uit de veren, en op pad. Het is rustig op straat. De straat en de stoep zijn niet van saai asfalt of betonklinkers, maar van natuursteen. Omzoomd met palmbomen. Uiteraard zijn die bomen omslingerd met kerstboomlampjes.
Ik heb gereserveerd bij Burj Khalifa, maar ik besluit nu al mijn toegangskaartje te laten printen. Dat kan bij hun kantoor op de benedenetage van Dubai Mall. Het voelt goed dat toegangskaartje alvast op zak te hebben. Hierna ga ik met de metro naar de oude stad. Ik heb van de verhuurder een chipkaart voor het openbaar vervoer meegekregen. Het enige dat ik hoef te doen is 20 dirham chiptegoed bijop de kaart te zetten. Ongeveer 5 euro. Als je ‘t niet al te gek maakt, is dat meer dan voldoende om de hele dag gebruik te kunnen maken van bus en metro.
Het oude centrum is een must voor elke bezoeker aan deze stad. Dubai is de laatste 20 jaar gigantisch gegroeid, en bijna alle gebouwen buiten het centrum zijn van na 1990, maar de binnenstad ademt qua architectuur nog echt de sfeer van een oud Arabisch stadje. Helaas zijn de oude souks compleet overgenomen door Indiërs die zich ook hier bedienen van nogal opdringerige verkoopmethoden. Je kunt geen stap zetten of er springt weer iemand naar voren die je imitatiehorloges wil verkopen, of die probeert een theedoek op je hoofd te doen ‘voor de foto.’ Om de een of andere reden noemt iedereen me Jack Sparrow of John, en al heb ik reeds tig keer overduidelijk gezegd dat ik echt niet op de foto wil of hoef met een doek op m’n kop, en dat ik uit principe niets koop bij mensen die op m’n zenuwen werken, iedereen blijft het proberen. Volgens mij kun je alleen rustig in je eentje over deze markten lopen als je al een keffiyeh op je hoofd hebt. De minder toeristische goudmarkt een erg boeiende plaats eens rond te neuzen. Nergens ter wereld vind je zoveel goudhandelaars bij elkaar en je moet haast een zonnebril op tegen de flonkerende schittering van alle gouden sieraden in de etalages. Door tijdgebrek heb ik helaas de kruiden- en specerijenmarkt overgeslagen. Waar ik wel ben geweest is het Dubai Museum in het oude centrum.
Voor wie benieuwd is naar hoe een kleine nederzetting met wat kamelenhoeders, vissers en parelduikers uit heeft kunnen groeien tot een imposante metropool is dat museum erg de moeite waard. Iets verderop tref je ook een soort openluchtmuseum waar oude gebouwen mooi zijn opgeknapt, en waar nog een gedeelte van de oude stadsmuur te zien is.
Vanaf daar heb ik mijn ambitie de boel te verkennen met het openbaar vervoer laten varen. Een praktische manier om veel indrukken op te doen in weinig tijd is zo’n foute toeristendubbeldekker. Er zijn twee routes; eentje door het centrum, en eentje langs de kust. Die laatste geeft een prachtig beeld van de recentere ontwikkelingen. Je ziet Health Care City, een wijk vol particuliere ziekenhuizen en klinieken. Je komt vlak langs Burj Al Arab, het hotel dat qua vorm op het bollende zeil van een dhow moet lijken en bezoekt Palm Jumeirah. De bus rijdt tot bij het bekende Hotel Atlantis, en langs de weg zie je een enorme bouwput waar een station voor de monorail verrijst. Op de terugweg zie je nabij de marina de hoogste wijk ter wereld, waar letterlijk tientallen wolkenkrabbers op een kluitje staan.
Meer hoogbouw is te zien langs de E11 – de autoweg die vanaf Abu Dhabi via Dubai tot de grens met Oman doorloopt. Bijna 560 kilometer lag. Het deel van deze weg dat door Dubai loopt staat bekend als Sheikh Zayed Road, en deze is omzoomd met indrukwekkende hoogbouw. Langs deze weg zie je ook het bekende winkelcentrum Mall of the Emirates – duidelijk te herkennen aan het gebouw waarin de overdekte skihelling zich bevindt. Helaas heb ik ook hiervoor geen tijd. Iets verderop stopt de bus bij een ander groot winkelcentrum aan deze straat; Dubai Mall. Hier moet ik straks zijn voor mijn bezoek aan het uitzichtpunt bovenin Burj Khalifa. Ik heb echter nog een goed kwartier voordat ik daar word verwacht, dus ik heb wat tijd om langs de ijsbaan en het zee-aquarium te lopen en snel een broodje en een kopje koffie te kopen. Het is bijna avond, maar ik heb nog geen lunch gehad – en eigenlijk ook nog geen ontbijt…
Dan, eindelijk naar Burj Khalifa. Na het scannen van mijn kaartje mag ik naar de wachtruimte, waar een expositie te zien is over de olkenkrabber. In één van de wachtkamers bevindt zich een glazen dak. Een mooi Arabisch meisje in donkerblauw uniform vraagt me voor haar te gaan staan, en omhoog te kijken. Voor het glazen plafond zit een vizier, en als je daardoorheen kijkt, kijk je recht naar de plek waarvandaan je straks over de stad kijkt. Dan, een paar gangen en kamers verder, volgt de lift die me naar boven brengt. Wat een superlift – in minder dan een minuut zoef je 124 verdiepingen omhoog, vanwaar je echt een erg mooi uitzicht hebt. Bizar om te bedenken dat je op dit platform eigenlijk pas halverwege de toren bent. Naast de nodige onbetaalbare appartementen schijnt er zelfs nog een nachtclub op één van de bovenverdiepingen te zitten. Terwijl bij daglicht van het mooie uitzicht geniet valt de schemering in, en even later is het donker en heeft Dubai zich getransformeerd in een zee van kleurige lichtjes, beschenen door een gele maan. Ik kijk uit over een sprookjesachtig uitzicht, en kijk terug op een mooie dag waarin het verbazend goed is gelukt de beschikbare uren daglicht nuttig te gebruiken.
Weer terug op de begane grond houdt de Dubai Fountain er net mee op. Jammer, maar na zonsondergang voert de fontein meerdere keren per uur een spectaculaire show op. Dubai Fountain is net zoiets als Aqua Nura in de Efteling of de fonteinen bij het Bellagio in Las Vegas. Da’s geen toeval; alledrie zijn ze ontworpen en gebouwd door hetzelfde bedrijf.
Na dit alles ga ik terug naar het appartement om mijn tassen vast wat op orde te maken voor het vertrek morgen. Ik kan ‘t me niet permitteren nóg een vlucht te missen, deze vakantie – niet in de laatste plaats omdat ik overmorgen weer op het werk verwacht word. Net op het moment dat ik weer naar buiten wil gaan om ergens wat te gaan eten komt mijn gastheer binnen, en we besluiten gezamenlijk wat te gaan eten. Hij is klaar met werken en moet alleen nog wat boodschappen doen bij een klein achterafkruideniertje in een onopvallende winkelgalerij, en meteen daarna gaan we naar het voortreffelijke Libanese restaurant Al Hallab bovenin de Dubai Mall – met, vanaf het balkon, uitzicht over de fontein. Feest voor alle zintuigen.
Daarna is de dag toch echt ten einde. Terug in het appartementencomplex wens ik de conciërge een goede nachtdienst. Hij heeft me al beloofd straks te helpen met het vinden van een taxi. Even een paar uurtjes slaap pakken, en dan teug naar Nederland.


Vertrek

November 17th, 2013

Zo stroef als alles de vorige poging verliep, zo soepeltjes gaat het nu. Lekke ruitgebreid ontbijten, en daarna nog even naar de buurtsupermarkt voor een derde poging een fles Oegandese gin mee naar huis te nemen, en dan weer richting Entebbe. Deze keer ben ik als vanouds ruim op tijd. Er is zelfs nog tijd voor een kopje koffie voordat de incheckbalie opent. Da’s een heel ritueel hier. Er zijn maar een paar balies tegelijkertijd open, en voordat de balie open is, mag je de vertrekhal niet in. Daarna gaat het verbazend vlotjes. Geen ellenlange rijen voor de grenscontrole, voldoende winkeltjes achter de douane om je een tijdje te kunnen vermaken, en zelfs gratis wifi. Erg fijn; de databundel op m’n mobiele telefoon is namelijk op.
In het vliegtuig heb ik een plek aan het raam, en bij een haast wolkenloze lucht is dat geweldig. De landschappen beneden zijn onbeschrijflijk mooi. Vol woeste bergtoppen, uitgestrekte vlaktes en uitgedoofde vulkanen met kratermeren. Gewoon jammer dat het halverwege de vlucht donker wordt, al maakt dat het benaderen van Dubai misschien nog wel spectaculairder. De straatverlichting langs het indrukwekkende stratenplan, en verlichte hoogbouw, geeft het een sprookjesachtige aanblik. Overduidelijk een van de vele steden die als geheel op de tekentafel is ontworpen. Met een groot verschil; deze stad is bewoond.
De douaneprocedure is wat onduidelijk. Er zijn legio verschillende loketjes; voor ingezetenen van de Emiraten, voor visumhouders… maar eentje voor niet-visumplichtigen? Daarvoor blijken geautomatiseerde poortjes te zijn die de RFID-chip uit je paspoort kunnen lezen. Mooi systeem – als het werkt.
Eenmaal binnen ben je zo in de stad. Het metrostation grenst aan ‘t vliegveld en een kaartje kost bijna niks. Ik stap uit bij het metrostation Dubai Mall, en daarvandaan loop ik naar Claren Towers, waar ik de komende nachten een appartement deel met een Amerikaanse expat. Het zal ongetwijfeld komen doordat ik een shirt draag van de Uganda Cranes, want onderweg kom ik meerdere Oegandezen tegen die hier werk hebben gevonden. Bij de woontoren aangekomen weet de concierge al van mijn komst, en brengt me tot bij de voordeur van ‘t appartement. Het flatje zelf is een klein, bescheiden eenkamerapparteentje met open keuken,
maar het uitzicht vanaf de achtste etage is voortreffelijk. Je kunt de Dubai Fountain zien vanaf het balkon. Op de veirde etage is een fitnessclub en zwembad, maar omdat ik maar één dag tot mijn beschikking heb zul je me daar niet aantreffen. Ik wil het dorp in :)


Uganda Cranes

November 16th, 2013

Dit had mijn eerste dag in Dubai moeten zijn, maar dat is het niet. In plaats van in het vliegtuig zat ik gisteravond weer in de bovenzaal van het casino in Jinja, waar als ieder weekend de groep muzikanten uit Kampala optrad. De slierten kerstverlichting hangen nog steeds aan de buitengevel van ‘t casino. Hierdoor lijkt het op de Golden Nugget in Las Vegas.
De eerste plannen, raften of jetboaten, blijken ook nu niet haalbaar, maar er is een mooi alternatief; Itanda Falls. Een serie woest kolkende stroomversnellingen, te gevaarlijk voor de rafters. Naast de prachtige aanblik van het wild schuimende water is de grote attractie hier; er zijn mensen die zich erin gespecialiseerd hebben door deze stroomversnelling cq waterval te zwemmen. Het ziet er bizar en surrealistisch uit. De golven zijn letterlijk metershoog, en overal steken er rotsen uit het water, maar deze jongens zwemmen erdoorheen alsof ze recreatief een paar baantjes trekken op een verloren zaterdagmiddag.`
Na dit bizarre schouwspel terug naar Kampala. In het Nelson Mandela Stadium wordt vandaag de vriendschappelijke interland Oeganda-Rwanda gespeeld. Ik ben nog nooit naar een echte voetbalwedstrijd in een echt stadion geweest, dus dit wordt mijn eerste keer. Natuurlijk moet dat flink uitgedost; teamshirt aan, schmink op het gezicht, en een gevlochten pols- en halsketting om in de nationale kleuren. De wedstrijd eindigde zoals ie begon. 0-0. De sfeer, echter, is super. Trommels, vuvuzela’s, fluitjes… alles gaat mee de tribune op en verhoogt de feestvreugde.


Spennah Beach

November 15th, 2013

Vandaag is mijn vlucht naar Dubai. M’n vakantie wil ik afsluiten met een weekend in die enerverende groeibriljant van een wereldstad. Ik heb de hele ochtend nog tijd, dus na een rustig ontbijt is er zelfs nog tijd voor mijn eerste dagje strand in Afrika. Entebbe en het vliegveld liggen prachtig op een schiereiland in het Victoriameer. Je gedroomde vakantiestrand vind je hier. Fijn geel zand, palmbomen, en geweldige catering. Als overal, serveren ze graag een enorme gefrituurde victoriabaars. De filet pulk je zo van de graten af, en wie zich daartoe geroepen voelt kan de vissekop smaakvol leegzuigen. Wie dit zielig vindt voor de vissen raad ik aan de film Darwins Nightmare te zien. Elke victoriabaars die nog in dit meer zwemt is er eentje te veel, dus tast toe.
Hierna wil ik inchecken voor mijn vlucht naar Dubai. Bij de deur van het vliegveld staat een bordje die mensen die vandaag met deze vlucht mee hadden gewild oproept naar het kantoor van Emirates te gaan. Dat verbaast me; ik heb nog een goeie twee uur voor dit toestel vertrekt. Is de vlucht uitgevallen? Is het vol? Overboekt?
Het blijkt een stuk banaler. Ik ben twee uur te laat. Precies de twee uur tijdverschil tussen Nederland en Oeganda. Ik had de vluchttijden in Nederland in mijn telefoon gezet, en mijn telefoon heeft vervolgens al mijn afspraken netjes aangepast aan de lokale tijd. Handig? Niet altijd….
Er zit echter niets anders op dan mijn vlucht om te boeken naar de eerstvolgende beschikbare datum; zondagmiddag. In plaats van een weekend in Dubai heb ik een extra dag Oeganda. Morgen alsnog raften op de Nijl?


de baai

November 14th, 2013

Kampala ligt aan een baai in het Vicoriameer. Eigenlijk is het rondom deze baai gebouwd, en je kunt van de ene naar de andere kant door een schipper wat geld te geven. Het uitzicht is de moeite wel waard. Het water zelf is hier dik, en bevat groenige slierten alg. Het is net groentesoep… ook zie je hier vissers hun netten uitwerpen in de buurt van de vele groenbeboste eilandjes.
Eigenlijk is dat mijn complete dagbesteding voor vandaag; overvaren, kijken naar vissers, lunchen aan de andere kant van de baai, en weer terug. Net vakantie.


Owino Market

November 13th, 2013

Een indrukwekkende, maar ook haast wat engige plek in Kampala is Owino Market. Een enorm marktcomplex, waar vooral schoenen en kleding verhandeld worden. In sommige kraampjes tref je complete naaiateliers. Het is niet altijd makkelijk de smalle gangetjes tussen de kraampjes te volgen. Het is druk, en sommige kooplui proberen op de vreemdste manieren je aandacht te trekken. Het is duidelijk; hier wordt serieus gehandeld. Ik verwacht niet dat het op prijs gesteld wordt hier uitgebreid te gaan fotograferen, maar wie een beetje goed kan afdingen zal hier zeker met wat leuks naar huis gaan.
Van een heel andere orde is het National Theater. Al erg lang een prominent gebouw in het centrum van Kampala, dat niet alleen gebruikt wordt als schouwburg, maar waar ook de nodige bruiloften worden gehouden – maar niet vandaag, dus hoe dat eraan toegaat kan ik niet zien..
Op loopafstand vind je verder in deze buurt onder andere het parlement van de republiek Oeganda, een belangrijke oude katholieke kerk en een theater waar een bekend lokaal gezelschap dagelijks optreedt.


Griffin Falls

November 11th, 2013

Weer een nationaal park. Tussen Jinja en Kampala ligt een uitgestrekt bosgebied waar allerlei diertjes leven. De afgelopen nacht heb ik doorgebracht in een klein koepeltentje op een kampeerveld in dit bos. Ondanks het gebrek aan comfort slaapt het heerlijk, met het tikken van de regen, het tsjirpen van krekels en het geraas van boomklimmende apen om je heen.
Dit beschouw ik als een rustdag, dus de natuurwandeling doe ik niet na het ontbijt, maar na de lunch…
Het bos is wandelvriendelijk. ook zonder je overal vast te hoeven grijpen is hier goed te lopen, en de gids weet het nodige te vertellen over de dikke bomen met luchtwortels die hier staan.
Ook hier weer een indrukwekkende waterval. Griffin Falls. Het wild stromende water heeft holtes in de rots uitgesleten, waardoor een deel van het water over en een deel onder de rotsen stroomt. Naar het schijnt is de waterval 30 meter diep. Het water schuimt en stinkt naar melasse. Dat komt doordat de naburige rietsuikerfabriek haar afvalwater op dit beekje loost. Je kunt dus met recht spreken van zoet water.


De bron van de Nijl

November 10th, 2013

Meer dan 10 jaar heeft Oeganda op mijn wensenlijstje gestaan om twee redenen; de besneeuwde bergtopen van Rwenzori, en de activiteiten op de Nijl bij Jinja – die enigszins in het verlengde liggen van de prachtige grotemensenspeeltuin rondom Victoria Falls op de grens van Zambia en Zimbabwe.
Hoe het afliep met Rwenzori is inmiddels bekend; er zijn gletsjers en besneeuwde bergtoppen, maar die krijg je alleen te zien als je bereid bent een hele week te wandelen en kamperen in de bergen.
Voor Jinja geldt een beetje hetzelfde. Raften is leuk, maar dat moet je als groep doen – en je moet een dikke portemonnee meenemen. Volgende keer beter…
We ga ik nu naar de bron van de Nijl. Niet alleen de plek waar het Victoriameer uitloopt in een rivier, maar ook letterlijk de bron; direct naast een kunstmatig eilandje zie je een constante waterbel opborrelen. Hieronder kwelt water vanuit de diepte op, die zowel het Victoriameer voedt als de Nijl. Tot de jaren 50 van de vorige eeuw stroomde het meer trapsgewijs via een serie watervallen over. Tegenwoordig staat net voorbij de voormalige Owen Falls een stuwdam. Hierdoor is het waterniveau in het eerste gedeelte van de rivier even hoog als in het meer. De boot die vertrekt naar het eilandje vanwaar de bron zichtbaar is, vertrekt dan ook vanaf een aanlegsteiger in de Nijl, naast een standbeeld van Mahatma Gandhi. Gandhi wou graag dat een gedeelte van zijn as zou worden uitgestrooid in de Nijl, en dat is na zijn crematie dan ook gebeurd.
Na dit boottochtje is er nog tijd voor een flesje cola aan de waterkant, en als laatste koop ik een vreselijk fout toeristenshirt met de tekst “My name is not Mzungu” – al denk ik niet dat het dragen van dit shirt er iemand ooit van zal weerhouden me zo aan te spreken.