Archive for November, 2013

Doei, bye

Tuesday, November 19th, 2013

Na een paar uurtjes slapen begint mijn telefoon lawaai te maken. Ik graai mijn tassen bij elkaar en ga de kamer uit. Inmiddels weet ik dat het licht op de gang vanzelf aangaat. Goed voor de buurman, want gisterochtend drukte ik per ongeluk op zijn deurbel toen ik het licht aan wou doen. Op de begane grond aangekomen zet de conciërge direct een brodje op de balie om aan te geven dat hij eventjes weg is, en hij loopt met mij mee naar de straat. Nog geen halve minuut later heeft hij al een taxi voor me aangehouden en nadat ik mijn tassen in de kofferbak heb gelegd begint de rit naar het vliegveld. Terminal 3, concourse A. Speciaal gebouwd om vlot een Airbus A380 te kunnen verwerken.
De vertrekhal is van alle gemakken voorzien, en wie nog even iets wil drinken voor vertrek kan niet alleen naar Starbucks, maar kan net zo makkelijk terecht bij de champagnebar van Moët & Chandon. Mijn drankje is iets minder decadent. Bij de duty free koop ik een halve liter cola voor 2 dirham. Omgerekend naar euro’s is dat 40 cent. Ter vergelijking; een portie aardbeien met slagroom met een fles champagne kost zeven tientjes en is bij lange na niet zo verfrissend als een colaatje.
Eenmaal aan boord blijkt het vliegtuig bij lange na niet vol. Ik heb zelfs alle vier de stoelen tussen beide gangpaden tot mijn beschikking. Dat maakt het wel heel makkelijk te besluiten hoe ik de komende lange uren door moet brengen. De keuze tussen lezen, films of muziek is snel gemaakt.. ik claim twee schermen voor mezelf. Eentje om het beeld van de boordcamera in de staart van het toestel op te vertonen, en een andere voor muziek. Schoentjes uit, koptelefoon op, dekentje om, voeten en hoofd op een kussentje en met één van de stoelriemen losjes om m’n middel, doorgaan met waar ik mee bezig was voordat de wekker ging. Zo’n rijtje stoelen slaapt bijna net zo fijn als een echt bed. Op sommige punten is het zelfs beter. Bij mij thuis zijn er geen stewardessjes die eten en drinken langsbrengen – laat staan dynamische verlichting die een warmrode avondzon of koelblauwe nachtlucht (verlicht met sterretjes) imiteert. Haast jammer dat ik na een paar uurtjes rusten alweer rechtop moet gaan zitten. De daling is ingezet.Het is net middag als het toestel door het wokendek breekt, en meteen mompel ik in mezelf “Doe normaal” – de lens in de staart van het toestel wordt bedekt met natte sneeuw, en onder het wolkendek komt een grauw, troosteloos landschap tevoorschijn. Nederland in de herfst. Ik had het eerlijk gezegd nog niet gemist…

Dubai

Monday, November 18th, 2013

Omdat ik maar één dag te besteden heb in Dubai, probeer ik het maximale uit de dag te halen. Vroeg uit de veren, en op pad. Het is rustig op straat. De straat en de stoep zijn niet van saai asfalt of betonklinkers, maar van natuursteen. Omzoomd met palmbomen. Uiteraard zijn die bomen omslingerd met kerstboomlampjes.
Ik heb gereserveerd bij Burj Khalifa, maar ik besluit nu al mijn toegangskaartje te laten printen. Dat kan bij hun kantoor op de benedenetage van Dubai Mall. Het voelt goed dat toegangskaartje alvast op zak te hebben. Hierna ga ik met de metro naar de oude stad. Ik heb van de verhuurder een chipkaart voor het openbaar vervoer meegekregen. Het enige dat ik hoef te doen is 20 dirham chiptegoed bijop de kaart te zetten. Ongeveer 5 euro. Als je ‘t niet al te gek maakt, is dat meer dan voldoende om de hele dag gebruik te kunnen maken van bus en metro.
Het oude centrum is een must voor elke bezoeker aan deze stad. Dubai is de laatste 20 jaar gigantisch gegroeid, en bijna alle gebouwen buiten het centrum zijn van na 1990, maar de binnenstad ademt qua architectuur nog echt de sfeer van een oud Arabisch stadje. Helaas zijn de oude souks compleet overgenomen door Indiërs die zich ook hier bedienen van nogal opdringerige verkoopmethoden. Je kunt geen stap zetten of er springt weer iemand naar voren die je imitatiehorloges wil verkopen, of die probeert een theedoek op je hoofd te doen ‘voor de foto.’ Om de een of andere reden noemt iedereen me Jack Sparrow of John, en al heb ik reeds tig keer overduidelijk gezegd dat ik echt niet op de foto wil of hoef met een doek op m’n kop, en dat ik uit principe niets koop bij mensen die op m’n zenuwen werken, iedereen blijft het proberen. Volgens mij kun je alleen rustig in je eentje over deze markten lopen als je al een keffiyeh op je hoofd hebt. De minder toeristische goudmarkt een erg boeiende plaats eens rond te neuzen. Nergens ter wereld vind je zoveel goudhandelaars bij elkaar en je moet haast een zonnebril op tegen de flonkerende schittering van alle gouden sieraden in de etalages. Door tijdgebrek heb ik helaas de kruiden- en specerijenmarkt overgeslagen. Waar ik wel ben geweest is het Dubai Museum in het oude centrum.
Voor wie benieuwd is naar hoe een kleine nederzetting met wat kamelenhoeders, vissers en parelduikers uit heeft kunnen groeien tot een imposante metropool is dat museum erg de moeite waard. Iets verderop tref je ook een soort openluchtmuseum waar oude gebouwen mooi zijn opgeknapt, en waar nog een gedeelte van de oude stadsmuur te zien is.
Vanaf daar heb ik mijn ambitie de boel te verkennen met het openbaar vervoer laten varen. Een praktische manier om veel indrukken op te doen in weinig tijd is zo’n foute toeristendubbeldekker. Er zijn twee routes; eentje door het centrum, en eentje langs de kust. Die laatste geeft een prachtig beeld van de recentere ontwikkelingen. Je ziet Health Care City, een wijk vol particuliere ziekenhuizen en klinieken. Je komt vlak langs Burj Al Arab, het hotel dat qua vorm op het bollende zeil van een dhow moet lijken en bezoekt Palm Jumeirah. De bus rijdt tot bij het bekende Hotel Atlantis, en langs de weg zie je een enorme bouwput waar een station voor de monorail verrijst. Op de terugweg zie je nabij de marina de hoogste wijk ter wereld, waar letterlijk tientallen wolkenkrabbers op een kluitje staan.
Meer hoogbouw is te zien langs de E11 – de autoweg die vanaf Abu Dhabi via Dubai tot de grens met Oman doorloopt. Bijna 560 kilometer lag. Het deel van deze weg dat door Dubai loopt staat bekend als Sheikh Zayed Road, en deze is omzoomd met indrukwekkende hoogbouw. Langs deze weg zie je ook het bekende winkelcentrum Mall of the Emirates – duidelijk te herkennen aan het gebouw waarin de overdekte skihelling zich bevindt. Helaas heb ik ook hiervoor geen tijd. Iets verderop stopt de bus bij een ander groot winkelcentrum aan deze straat; Dubai Mall. Hier moet ik straks zijn voor mijn bezoek aan het uitzichtpunt bovenin Burj Khalifa. Ik heb echter nog een goed kwartier voordat ik daar word verwacht, dus ik heb wat tijd om langs de ijsbaan en het zee-aquarium te lopen en snel een broodje en een kopje koffie te kopen. Het is bijna avond, maar ik heb nog geen lunch gehad – en eigenlijk ook nog geen ontbijt…
Dan, eindelijk naar Burj Khalifa. Na het scannen van mijn kaartje mag ik naar de wachtruimte, waar een expositie te zien is over de olkenkrabber. In één van de wachtkamers bevindt zich een glazen dak. Een mooi Arabisch meisje in donkerblauw uniform vraagt me voor haar te gaan staan, en omhoog te kijken. Voor het glazen plafond zit een vizier, en als je daardoorheen kijkt, kijk je recht naar de plek waarvandaan je straks over de stad kijkt. Dan, een paar gangen en kamers verder, volgt de lift die me naar boven brengt. Wat een superlift – in minder dan een minuut zoef je 124 verdiepingen omhoog, vanwaar je echt een erg mooi uitzicht hebt. Bizar om te bedenken dat je op dit platform eigenlijk pas halverwege de toren bent. Naast de nodige onbetaalbare appartementen schijnt er zelfs nog een nachtclub op één van de bovenverdiepingen te zitten. Terwijl bij daglicht van het mooie uitzicht geniet valt de schemering in, en even later is het donker en heeft Dubai zich getransformeerd in een zee van kleurige lichtjes, beschenen door een gele maan. Ik kijk uit over een sprookjesachtig uitzicht, en kijk terug op een mooie dag waarin het verbazend goed is gelukt de beschikbare uren daglicht nuttig te gebruiken.
Weer terug op de begane grond houdt de Dubai Fountain er net mee op. Jammer, maar na zonsondergang voert de fontein meerdere keren per uur een spectaculaire show op. Dubai Fountain is net zoiets als Aqua Nura in de Efteling of de fonteinen bij het Bellagio in Las Vegas. Da’s geen toeval; alledrie zijn ze ontworpen en gebouwd door hetzelfde bedrijf.
Na dit alles ga ik terug naar het appartement om mijn tassen vast wat op orde te maken voor het vertrek morgen. Ik kan ‘t me niet permitteren nóg een vlucht te missen, deze vakantie – niet in de laatste plaats omdat ik overmorgen weer op het werk verwacht word. Net op het moment dat ik weer naar buiten wil gaan om ergens wat te gaan eten komt mijn gastheer binnen, en we besluiten gezamenlijk wat te gaan eten. Hij is klaar met werken en moet alleen nog wat boodschappen doen bij een klein achterafkruideniertje in een onopvallende winkelgalerij, en meteen daarna gaan we naar het voortreffelijke Libanese restaurant Al Hallab bovenin de Dubai Mall – met, vanaf het balkon, uitzicht over de fontein. Feest voor alle zintuigen.
Daarna is de dag toch echt ten einde. Terug in het appartementencomplex wens ik de conciërge een goede nachtdienst. Hij heeft me al beloofd straks te helpen met het vinden van een taxi. Even een paar uurtjes slaap pakken, en dan teug naar Nederland.

Vertrek

Sunday, November 17th, 2013

Zo stroef als alles de vorige poging verliep, zo soepeltjes gaat het nu. Lekke ruitgebreid ontbijten, en daarna nog even naar de buurtsupermarkt voor een derde poging een fles Oegandese gin mee naar huis te nemen, en dan weer richting Entebbe. Deze keer ben ik als vanouds ruim op tijd. Er is zelfs nog tijd voor een kopje koffie voordat de incheckbalie opent. Da’s een heel ritueel hier. Er zijn maar een paar balies tegelijkertijd open, en voordat de balie open is, mag je de vertrekhal niet in. Daarna gaat het verbazend vlotjes. Geen ellenlange rijen voor de grenscontrole, voldoende winkeltjes achter de douane om je een tijdje te kunnen vermaken, en zelfs gratis wifi. Erg fijn; de databundel op m’n mobiele telefoon is namelijk op.
In het vliegtuig heb ik een plek aan het raam, en bij een haast wolkenloze lucht is dat geweldig. De landschappen beneden zijn onbeschrijflijk mooi. Vol woeste bergtoppen, uitgestrekte vlaktes en uitgedoofde vulkanen met kratermeren. Gewoon jammer dat het halverwege de vlucht donker wordt, al maakt dat het benaderen van Dubai misschien nog wel spectaculairder. De straatverlichting langs het indrukwekkende stratenplan, en verlichte hoogbouw, geeft het een sprookjesachtige aanblik. Overduidelijk een van de vele steden die als geheel op de tekentafel is ontworpen. Met een groot verschil; deze stad is bewoond.
De douaneprocedure is wat onduidelijk. Er zijn legio verschillende loketjes; voor ingezetenen van de Emiraten, voor visumhouders… maar eentje voor niet-visumplichtigen? Daarvoor blijken geautomatiseerde poortjes te zijn die de RFID-chip uit je paspoort kunnen lezen. Mooi systeem – als het werkt.
Eenmaal binnen ben je zo in de stad. Het metrostation grenst aan ‘t vliegveld en een kaartje kost bijna niks. Ik stap uit bij het metrostation Dubai Mall, en daarvandaan loop ik naar Claren Towers, waar ik de komende nachten een appartement deel met een Amerikaanse expat. Het zal ongetwijfeld komen doordat ik een shirt draag van de Uganda Cranes, want onderweg kom ik meerdere Oegandezen tegen die hier werk hebben gevonden. Bij de woontoren aangekomen weet de concierge al van mijn komst, en brengt me tot bij de voordeur van ‘t appartement. Het flatje zelf is een klein, bescheiden eenkamerapparteentje met open keuken,
maar het uitzicht vanaf de achtste etage is voortreffelijk. Je kunt de Dubai Fountain zien vanaf het balkon. Op de veirde etage is een fitnessclub en zwembad, maar omdat ik maar één dag tot mijn beschikking heb zul je me daar niet aantreffen. Ik wil het dorp in :)

Uganda Cranes

Saturday, November 16th, 2013

Dit had mijn eerste dag in Dubai moeten zijn, maar dat is het niet. In plaats van in het vliegtuig zat ik gisteravond weer in de bovenzaal van het casino in Jinja, waar als ieder weekend de groep muzikanten uit Kampala optrad. De slierten kerstverlichting hangen nog steeds aan de buitengevel van ‘t casino. Hierdoor lijkt het op de Golden Nugget in Las Vegas.
De eerste plannen, raften of jetboaten, blijken ook nu niet haalbaar, maar er is een mooi alternatief; Itanda Falls. Een serie woest kolkende stroomversnellingen, te gevaarlijk voor de rafters. Naast de prachtige aanblik van het wild schuimende water is de grote attractie hier; er zijn mensen die zich erin gespecialiseerd hebben door deze stroomversnelling cq waterval te zwemmen. Het ziet er bizar en surrealistisch uit. De golven zijn letterlijk metershoog, en overal steken er rotsen uit het water, maar deze jongens zwemmen erdoorheen alsof ze recreatief een paar baantjes trekken op een verloren zaterdagmiddag.`
Na dit bizarre schouwspel terug naar Kampala. In het Nelson Mandela Stadium wordt vandaag de vriendschappelijke interland Oeganda-Rwanda gespeeld. Ik ben nog nooit naar een echte voetbalwedstrijd in een echt stadion geweest, dus dit wordt mijn eerste keer. Natuurlijk moet dat flink uitgedost; teamshirt aan, schmink op het gezicht, en een gevlochten pols- en halsketting om in de nationale kleuren. De wedstrijd eindigde zoals ie begon. 0-0. De sfeer, echter, is super. Trommels, vuvuzela’s, fluitjes… alles gaat mee de tribune op en verhoogt de feestvreugde.

Spennah Beach

Friday, November 15th, 2013

Vandaag is mijn vlucht naar Dubai. M’n vakantie wil ik afsluiten met een weekend in die enerverende groeibriljant van een wereldstad. Ik heb de hele ochtend nog tijd, dus na een rustig ontbijt is er zelfs nog tijd voor mijn eerste dagje strand in Afrika. Entebbe en het vliegveld liggen prachtig op een schiereiland in het Victoriameer. Je gedroomde vakantiestrand vind je hier. Fijn geel zand, palmbomen, en geweldige catering. Als overal, serveren ze graag een enorme gefrituurde victoriabaars. De filet pulk je zo van de graten af, en wie zich daartoe geroepen voelt kan de vissekop smaakvol leegzuigen. Wie dit zielig vindt voor de vissen raad ik aan de film Darwins Nightmare te zien. Elke victoriabaars die nog in dit meer zwemt is er eentje te veel, dus tast toe.
Hierna wil ik inchecken voor mijn vlucht naar Dubai. Bij de deur van het vliegveld staat een bordje die mensen die vandaag met deze vlucht mee hadden gewild oproept naar het kantoor van Emirates te gaan. Dat verbaast me; ik heb nog een goeie twee uur voor dit toestel vertrekt. Is de vlucht uitgevallen? Is het vol? Overboekt?
Het blijkt een stuk banaler. Ik ben twee uur te laat. Precies de twee uur tijdverschil tussen Nederland en Oeganda. Ik had de vluchttijden in Nederland in mijn telefoon gezet, en mijn telefoon heeft vervolgens al mijn afspraken netjes aangepast aan de lokale tijd. Handig? Niet altijd….
Er zit echter niets anders op dan mijn vlucht om te boeken naar de eerstvolgende beschikbare datum; zondagmiddag. In plaats van een weekend in Dubai heb ik een extra dag Oeganda. Morgen alsnog raften op de Nijl?

de baai

Thursday, November 14th, 2013

Kampala ligt aan een baai in het Vicoriameer. Eigenlijk is het rondom deze baai gebouwd, en je kunt van de ene naar de andere kant door een schipper wat geld te geven. Het uitzicht is de moeite wel waard. Het water zelf is hier dik, en bevat groenige slierten alg. Het is net groentesoep… ook zie je hier vissers hun netten uitwerpen in de buurt van de vele groenbeboste eilandjes.
Eigenlijk is dat mijn complete dagbesteding voor vandaag; overvaren, kijken naar vissers, lunchen aan de andere kant van de baai, en weer terug. Net vakantie.

Owino Market

Wednesday, November 13th, 2013

Een indrukwekkende, maar ook haast wat engige plek in Kampala is Owino Market. Een enorm marktcomplex, waar vooral schoenen en kleding verhandeld worden. In sommige kraampjes tref je complete naaiateliers. Het is niet altijd makkelijk de smalle gangetjes tussen de kraampjes te volgen. Het is druk, en sommige kooplui proberen op de vreemdste manieren je aandacht te trekken. Het is duidelijk; hier wordt serieus gehandeld. Ik verwacht niet dat het op prijs gesteld wordt hier uitgebreid te gaan fotograferen, maar wie een beetje goed kan afdingen zal hier zeker met wat leuks naar huis gaan.
Van een heel andere orde is het National Theater. Al erg lang een prominent gebouw in het centrum van Kampala, dat niet alleen gebruikt wordt als schouwburg, maar waar ook de nodige bruiloften worden gehouden – maar niet vandaag, dus hoe dat eraan toegaat kan ik niet zien..
Op loopafstand vind je verder in deze buurt onder andere het parlement van de republiek Oeganda, een belangrijke oude katholieke kerk en een theater waar een bekend lokaal gezelschap dagelijks optreedt.

Griffin Falls

Monday, November 11th, 2013

Weer een nationaal park. Tussen Jinja en Kampala ligt een uitgestrekt bosgebied waar allerlei diertjes leven. De afgelopen nacht heb ik doorgebracht in een klein koepeltentje op een kampeerveld in dit bos. Ondanks het gebrek aan comfort slaapt het heerlijk, met het tikken van de regen, het tsjirpen van krekels en het geraas van boomklimmende apen om je heen.
Dit beschouw ik als een rustdag, dus de natuurwandeling doe ik niet na het ontbijt, maar na de lunch…
Het bos is wandelvriendelijk. ook zonder je overal vast te hoeven grijpen is hier goed te lopen, en de gids weet het nodige te vertellen over de dikke bomen met luchtwortels die hier staan.
Ook hier weer een indrukwekkende waterval. Griffin Falls. Het wild stromende water heeft holtes in de rots uitgesleten, waardoor een deel van het water over en een deel onder de rotsen stroomt. Naar het schijnt is de waterval 30 meter diep. Het water schuimt en stinkt naar melasse. Dat komt doordat de naburige rietsuikerfabriek haar afvalwater op dit beekje loost. Je kunt dus met recht spreken van zoet water.

De bron van de Nijl

Sunday, November 10th, 2013

Meer dan 10 jaar heeft Oeganda op mijn wensenlijstje gestaan om twee redenen; de besneeuwde bergtopen van Rwenzori, en de activiteiten op de Nijl bij Jinja – die enigszins in het verlengde liggen van de prachtige grotemensenspeeltuin rondom Victoria Falls op de grens van Zambia en Zimbabwe.
Hoe het afliep met Rwenzori is inmiddels bekend; er zijn gletsjers en besneeuwde bergtoppen, maar die krijg je alleen te zien als je bereid bent een hele week te wandelen en kamperen in de bergen.
Voor Jinja geldt een beetje hetzelfde. Raften is leuk, maar dat moet je als groep doen – en je moet een dikke portemonnee meenemen. Volgende keer beter…
We ga ik nu naar de bron van de Nijl. Niet alleen de plek waar het Victoriameer uitloopt in een rivier, maar ook letterlijk de bron; direct naast een kunstmatig eilandje zie je een constante waterbel opborrelen. Hieronder kwelt water vanuit de diepte op, die zowel het Victoriameer voedt als de Nijl. Tot de jaren 50 van de vorige eeuw stroomde het meer trapsgewijs via een serie watervallen over. Tegenwoordig staat net voorbij de voormalige Owen Falls een stuwdam. Hierdoor is het waterniveau in het eerste gedeelte van de rivier even hoog als in het meer. De boot die vertrekt naar het eilandje vanwaar de bron zichtbaar is, vertrekt dan ook vanaf een aanlegsteiger in de Nijl, naast een standbeeld van Mahatma Gandhi. Gandhi wou graag dat een gedeelte van zijn as zou worden uitgestrooid in de Nijl, en dat is na zijn crematie dan ook gebeurd.
Na dit boottochtje is er nog tijd voor een flesje cola aan de waterkant, en als laatste koop ik een vreselijk fout toeristenshirt met de tekst “My name is not Mzungu” – al denk ik niet dat het dragen van dit shirt er iemand ooit van zal weerhouden me zo aan te spreken.

Sipi Falls

Saturday, November 9th, 2013

Vanaf Jinja is het een goeie 100 kilometer naar Mbale, en dat ligt weer vlakbij de slapende vulkaan Mount Elgon. Door deze afstand zie ik helaas aar weinig van deze imposante bult in het landschap, op de grens van Oaganda en Kenia. Gelukkig heb ik wel tijd voor Sipi Falls, wat eigenlijk niet een enkele, maar een hele serie watervallen achter elkaar is. Je kunt te voet naar boven, maar het pad erheen is glibberig.
Verwacht hier geen railing of traptreden maar een volwaardige survivalrun over een spekglad bergpad. Slippery Falls was een betere naam geweest. Onderweg word je wel getrakteerd op een paar mooie vergezichten en landschappen die op het eerste gezicht aan een Alpenweitje doen denken. Compleet met bruggetjes gemaakt van boomstammen over het bergbeekje, grazende koetjes en wassende vrouwtjes. Alleen de koffiestruiken herinneren eraan dat dit Afrika is.
Koffie die je ook nog eens kunt proven. Op verzoek wordt een hand vol lokaal verbouwde bonen ter plekke gebrand en verpoederd, waarna je kunt genieten van een heerlijke kop supersupersuperverse koffie van 100% Arabicabonen.
Op nog specialer verzoek kun je naar de lokale drankkeet, waar een compleet drinkritueel plaatsvindt rondom een plastic emmer, gevuld met een zurige, gefermenteerde maïsdrab. Eigenlijk gewoon een huisgestookte variant van Chibuku; de alcoholische maïsdrank die je in Zimbabwe en Botswana voorverpakt in de winkels kunt kopen. In de emmer hangen rubber slangetjes die door de bezoekers van deze keet als rietje worden gebruikt. Het lijkt wel een Arabisch waterpijpritueel, maar in plaats van gerookt wordt hier gedronken – en gegeten. Chibuku is zo visceus en zetmeelrijk dat het ook honger stilt.

Jinja

Friday, November 8th, 2013

Vanaf Kampala is het niet ver naar Jinja. De weg erheen is goed, en rijdt vlot door. Vandaar of hierdoor zie je langs de weg van Kampala naar Jinja de nodige fabrieken van Chinese investeerders.
Jinja is vooral bekend als de plaats waar de Nijl ontspringt uit het Victoriameer. Thrillseekers uit de hele wereld komen hierheen om te raften op de Nijl, en dat maakt van Jinja een toeristisch, levendig stadje. Er hangt een groot spandoek dat uitnodigt voor een straatfeest, maar ik ga deze avond naar een optreden van een coverband uit Kampala, die drie avonden per weekend optreden in de bovenzaal van het Nile View Casino.

Bwindi Impenetrable Forest

Wednesday, November 6th, 2013

Ook gisteren stond weer in het teken van een akelig lange rit. Pas na middernacht kwamen we eindelijk aan in het Nshongi Camp. Hoog in de bergen, dus koud. Gelukkig heb ik m’n winterjas bij me. Die komt erg goed van pas, gedurende de nacht en de vroege ochtend.
Meteen na het ontbijt moet ik in het Bwindi National Park aanwezig zijn op de briefing voor de gorillawandeling van vandaag. Er zijn er meer; bij de slagboom staat een heuse file. Bij de registratie wacht een onaangename verrassing; ik wordt doorgestuurd naar een ander vertrekpunt om m’n wandeling te beginnen. Nog weer 2 uur rijden. Een mederwerker van Uganda Wildlife Authority gaat mee om de weg te wijzen over de bochtige zandwegen door dit heuvelachtige landschap. Onderweg moet zelfs bijgetankt worden, al blijkt een volle tank geen optie. Het pompstation heeft geen electriciteit, dus de V-snaar binnenin de behuizing van de pomp loopt niet naar de electromotor die normaliter de pomp aandrijft, maar naar een handwiel met een zwengel. Het oude vrouwtje dat de pomp bedient slingert voor vijftigduizend shilling in de tank, en daarna gaan we verder. Hier krijg je overigens maar een liter of tien voor dat geld. Benzine is Vreselijk duur in Oeganda, en verder buiten Kampala wordt het steeds duurder. Het verbaast me echt dat er uberhaupt nog auto’s rijden.
Bij het kantoortje van het Uganda Wildlife Authority aangekomen is er goed nieuws. De groep is al weg, maar ze hebben na 2 uur wandelen nog geen gorilla gezien, en er wordt geregeld dat ik word opgehaald om me bij de groep aan te sluiten. Hierdoor mis ik de spanning van het speuren wel een beetje; kort nadat ik de rest van de groep tegenkom zie ik de eerste gorilla’s al. Toch is het een prachtige ervaring deze kolossale dieren zo dichtbij in het wild tegen te komen. Ze zijn rustig. Het boeit ze kennelijk niks groepen mensen te zien. De silverback slaapt zelfs, en snurkt. Kennelijk heeft hij zwaar getafeld, want hij laat ook de nodige scheten. Het zijn net mensen.. alleen wat hariger. Ook de volgende groep gorilla’s, uit dezefde groep, maakt een heel ontspannen indruk. De meesten rusten, een kleintje kauwt fanatiek op boombladeren. Een speurder vertelt een schrijnend verhaal over een van de jonge gorilla’s hier; hij is wees, nadat z’n moeder per ongeluk werd ombracht door een silverback. Twee mannetjes vochten om ditzelfde vrouwtje, en zij kon zelf niet kiezen. Het ging mis toen één van de mannetjes haar wou markeren met een litteken, zoals overdominante mensenmannetjes hun vrouwtjes soms laten tatoeëren.
Tijdens de terugwandeling uit het Bwindi Impentrable Forest regent het heftig. Niet fijn op deze ondergrond. Het rode zand verandert in een soort spiegelgladde klei, de keien zijn zo mogelijk nog gladder, en gras en begroeiing bieden ook niet al te veel houvast. Terug bij de auto moet ik me dan ook eerst omkleden. Al mijn kledig is totaal doorweekt, en ik heb er weinig zin in verkouden te worden. ‘t Is een zware, vermoeiende wandeling, en het aanvragen van een vergunning om hier te lopen is duur en omslachtig, maar de ervaring is onvergetelijk.

Zonsverduistering

Sunday, November 3rd, 2013

De langverwachte dag is daar. Vandaag zal in een smalle strook land over Afrika, van Gabon, via de Congo’s, Oeganda, Kenia, Ethiopië tot Somalië een totale zonsverduistering te zien zijn. Hier in Pokwero gebeurt dat pas in de namiddag, en de verduistering duurt nog maar een kleine 20 seconden, terwijl dezelfde zonsverduistering in Gabon nog een hele minuut duurt, en boven de oceaan zelfs nog langer. Toch heb ik rationeel de keuze gemaakt voor deze 20 seconden, omdat de kans op mooi weer groter is dan ten westen van hier, waar je vooral tropisch regenwoud aantreft. Het is een beetje onlogisch om in de regentijd naar het regenwoud te gaan als je de zon wilt zien :P
Het feit dat er hier een bekende Nederlandse weerman rondloopt sterkt me in de gedachte dat ik waarschijnlijk een verstandige keuze heb gemaakt.
Het hele gehucht Pokwero is in een feestelijke stemming. Er zijn kraampjes waar eten, drinken en T-shirts worden verkocht en Coca Cola heeft er een podium waar een DJ muziek draait. Bij Owiny Primary School blijkt de sponsoring vooral in handen van concurrent Pepsico. Er hangen vlaggen van de bekende frisdranken Pepsi en MountainDew (dat hier voluit geschreven wordt; de afkorting MTN lijkt te veel op de merknaamnaam van een telecomprovider) en ook hier is een complete markt waar eclipsbrilletjes, houtsnijwerken, shirts, drinken en eten worden verkocht. Er zijn strenge veiligheidsmaatregelen. Iedereen met een fotocamera of een tas moet z’n tas laten röntgenen en door een metaaldetector lopen. Op het sportveld waar gisteren alleen nog maar een monument stond, staan nu tenten vol plastic tuinstoelen. Om de een of andere reden mag ik in het VIP-vak zitten. Recht voor me zit, in vol ornaat, compleet met galajurk, sjerp en diadeem, Miss Uganda.
Voorafgaand aan de zonsverduistering wordt een compleet programma vol zang en dans vertoond waarvan helaas weinig te verstaan is. De luidsprekers staan niet op een centraal punt opgesteld, maar zijn verspreid over de tenten waardoor alle geluiden versmelten tot een wilde kakofonie van echo’s. Zonde, want iedereen die hier mag staan legt zijn ziel en zaligheid in z’n optreden.
Een goeie tien minuten voorafgaand aan het eerste contact is het officiële gedeelte afgelopen, en wordt iedereen uitgenodigd de tuinstoeltjes op het veld te zetten, en met gepaste oogbescherming te wachten tot de maan voor de zon schuift. Dat duurt niet lang. sterker nog; ik twijfel minutenlang of er sprake is van eerste contact of een wolk voor de zon. Het blijkt inderdaad de maan die een voorzichtig hapje van de zon knabbelt. Al zijn het niet veel later ook wolken die roep in het eten komen gooien. Veel, hele dikke wolken. Net als vorig jaar vrees ik dat nu echt het moment is aangebroken dat ik voor ‘t eerst van mijn leven geen totale zonsverduistering maar een zware wolkenlucht te zien krijg. Maar ook nu weer komt alles goed. Enkele minuten voor de totaliteit breekt het wolkendek open en is de zon weer goed zichtbaar. De zon is nog niet eens geheel verduisterd, en nu al klinkt er een enorm gejuich. Dit gejuich vermengt zich met opzwepende muziek. Veel mensen staan liever dan dat ze zitten, of zijn zelfs aan het dansen. Het licht van de zon is anders. Geler. Fletser. Schaduwen zien er onscherp uit. Nu en dan een windvlaag. Het is bijna zover. Dan de totaliteit zelf. Wederom veel gejuich. Een prachtige gebroken diamanten ring aan het begin, een corona die te kort zichtbaar is om de details ervan te onthouden, en dan wederom een diamanten ring. Derde contact. De totaliteit is voorbij. Wat was het kort, maar ook mooi en ook spannend.

Na afloop van de totaliteit vertrekken de eerste mensen alweer. De die hards blijven. Sommigen omdat een zonsverduistering pas voorbij is als de maan niet meer voor de zon staat. Anderen om te blijven dansen op de nog altijd luid spelende muziek, nog anderen om op de foto te gaan met het eclipsmonument dat eerder vandaag officieel werd onthuld door de president. Dit was niet de mooiste zonsverduistering ooit, maar wel een superspannende, en uitermate bijzondere ervaring. Volgende keer weer?

Ik koop nog wat te eten. We hebben een lange rit terug voor de boeg. De bakjes en de vorkjes zijn op, dus het eten wordt geserveerd in een plastic zakje en mijn handen worden gewassen. Het beste eetgereedschap zijn je eigen handen.
Bij de auto aangekomen blijkt dat we op de terugweg ruimer kunnen zitten. De Duitse jongens krijgen van een groep mensen een lift naar hun volgende bestemming. Dat scheelt ze een rit naar en overnachting in Kampala en een busrit. Ze beginnen ook meteen te drammen of ze niet een deel van hun benzinegeld terug kunnen krijgen, omdat ze niet meer mee terug zullen rijden.
Nu er wat meer ruimte in de auto is, is er de mogelijkheid een oud mannetje met een doorgroefd gezicht een rit terug naar Pakwach aan te bieden. De Amerikaanse jongen gaat hiervandaan door naar Fort Portal dus ook hij gaat niet mee terug naar Kampala. Dat maakt de terugrit duurder, maar zorgt wel voor wat meer beenruimte op de lange, lange weg terug.

Pakwach en Murchison Falls

Saturday, November 2nd, 2013

Het was de bedoeling gistermiddag al vroeg te vertrekken naar Gulu en daar tegen de avond aan te komen, maar plannen veranderen. Er sluiten zich twee Duitse jongens bij ons aan, en met hen zijn we ‘s middags pas vertrokken richting Pakwach, om er middenin de nacht aan te komen.
In tegenstelling tot Nebbi en Gulu ligt Pakwach niet in de totaliteitszone, maar is er wel vlakbij. Het gehucht Pokwero ligt wel in de smalle strook land waar de zonsverduitering zichtbaar zal zijn, maar hotels of campings zul je hier tevergeefs vinden. Wel vind je hier de Owiny Primary School waar enorme festiviteiten gepland zijn rondom de zonsverduistering. De president van Oeganda komt, en er is een heel leger aan ambassadeurs, consuls, stamhoofden, koningen en vertegenwoordigers van NGO’s uitgenodigd. Het hardnekkige gerucht gaat dat Brad Pitt en Angeline Jolie ook komen. Middenop het speelveld staat een monument dat morgen door de president zal worden onthuld. Het belooft een hele ervaring te worden, morgen.

Vanaf hier gaan we naar het nabijgelegen Murchison Falls. Bij de poort van dit nationaal park tref ik een Amerikaanse jongen die ik in 2005 ontmoette voorafgaand aan de ringvormige zonsverduistering in Madrid. Hij heeft net interviews gegeven aan een camjo van een lokaal station en aan een journaiste van Voice of America. Het is jammer dat onze auto al flink vol is, anders zouden we samen naar de Nijl kunnen rijden om daar op de boot naar de waterval te stappen.
De autorit door het park is een ervaring op zich. Het is maar een kilometer of 50 tot de oever van de rivier, en toch doe je er al gauw een paar uur over. Ondertussen zie je prachtige landschappen en veel wilde dieren. Bij de Nijloever aangekomen blijken de rondvaartboten allemaal volgeboekt, dus zit er weinig anders op dan met de veerpont over te steken en per auto naar de waterval te gaan. Gek genoeg blijkt vlak voor de vertrektijd van de pont toch nog ruimte op de rondvaartboten. De Amerikaanse en Duitse jongens kopen een kaartje.
Murchison Falls zelf is het bezoek meer dan waard. Wat een prachtige plek. De brede Nijl die voor je ogen in een kolkende massa verandert en zich daarna door een zes meter smalle spleet wurmt, en daarna in etappes nog meer hoogteverschil overwint. De spray van de watervallen geeft het idee dat het hier regent. Fenomenaal.

Terug in Pakwach wil ik pinnen. Helaas is er geen enkele bank die overweg kan met Mastercard, dus aan mijn bankpas met Maestro-logo heb ik hier niets, maar er is een Stanbic-filiaal, dus ik zou tweehonderdduizend shilling kunnen pinnen met mijn Visa-card. Helaas moet de vriendelijk lachende bewaker me teleurstellen. Pakwach is niet aangesloten op het elektriciteitsnetwerk, en na kantooruren zet het bankpersoneel de aggregaat uit, waardoor ook de geldautomaat geen stroom meer krijgt. Ik zal mijn noodvoorraad Amerikaanse Dollars aan moeten spreken om wat te eten te krijgen, vanavond.

Baha’i

Friday, November 1st, 2013

Over het algemeen is de architectuur in Kampala niet om over naar huis te schrijven, maar de Baha’i-tempel is daarop een uitzondering. Hoog bovenop een groene heuvel, omringd door een tuin, zo groot dat je het een park zou kunnen noemen, staat een koepelachtig achthoekig gebouw dat op het eerste gezicht wat op een Russisch orthodoxe kerk lijkt, maar dan met metershoge gebrandschilderde ramen, en met een benedenverdieping die weer wat op een etage van een Chinese tempel lijkt. Binnenin vind je houten kerkbanken en een spreekgestoelte. Boven iedere deur hangt een gebeeldhouwde steen met Perziche tekens.
Ieder continent heeft één Baha’i-tempel, dus dit is de enige tempel van Afrika. Of één van de velen, het is maar hoe je het bekijkt. De Baha’i geloven tenslotte dat elk mens anders is, maar gelijkwaardig, en daarmee ook dat elke religie even waar is. Abraham, Jezus, Mohammed, Zoroaster en Boeddha zijn profeten van dezelfde scheppende entiteit, en of iemand shinto, hindoe, katholiek of humanist is boeit niet zolang je maar een beetje lief bent voor elkaar.